Thursday 13 February 2025
Download original publication:
Publication type:
andere vergunning



Gemeente Oegstgeest - Verkeersbesluit instellen voorrangskruispunten Rhijnhofweg tussen Schoonzicht en De Limes

Nummer besluit: 2024-49

Decos: Z/24/204559

Datum besluit: 10 februari 2025

Burgemeester en wethouders van Oegstgeest,

Gelet op:

de bepalingen van de Wegenwet;

de bepalingen van de Wegenverkeerswet 1994 (Wvw 1994);

de bepalingen van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (BABW) en de uitvoeringsvoorschriften van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (hierna: Uitvoeringsvoorschriften BABW);

de bepalingen van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (RVV 1990);

het Algemeen bevoegdhedenbesluit gemeente Oegstgeest 2021 waarin de bevoegdheid tot het nemen van een verkeersbesluit is gemandateerd aan de teammanager Ruimte.

Overwegende:

dat de Rhijnhofweg gelegen is binnen de bebouwde kom van Oegstgeest;

dat de Rhijnhofweg in beheer is bij de gemeente Oegstgeest;

dat bovengenoemde een weg is als bedoeld in artikel 18, lid 1 onder d van de WVW 1994;

dat gelet op dit artikel het college van burgemeester en wethouders van Oegstgeest bevoegd is verkeersbesluiten te nemen voor deze wegen;

dat de gemeentelijke wegencategorisering van Oegstgeest is opgenomen in het Mobiliteitsplan 2017 – 2027;

dat deze categorisering aansluit op de categorisering zoals bedoeld in het landelijk beleid Duurzaam Veilig;

dat de Rhijnhofweg onderdeel uitmaakt van het verblijfsgebied en daarom gecategoriseerd wordt als erftoegangsweg (30 km/uur);

dat de voornaamste functie van een erftoegangsweg de verblijfsfunctie is en de verkeersfunctie daarmee van ondergeschikt belang is;

dat de Rhijnhofweg daarnaast onderdeel uitmaakt van de regionale fietsroute tussen Katwijk, Oegstgeest en Leiden;

dat dagelijks meer dan tweeduizend fietsers gebruik maken van de Rhijnhofweg;

dat verkeerstellingen uitwijzen dat op het gedeelte van de Rhijnhofweg gelegen tussen Schoonzicht en Rustenburgerpad dagelijks circa vijfmaal meer fietsers dan auto’s passeren;

dat op het gedeelte van de Rhijnhofweg tussen Schoonzicht en De Limes de hoeveelheid auto- en fietsverkeer ongeveer gelijk is;

dat de richtlijnen opgenomen in de ontwerpwijzer Fietsverkeer voorschrijven dat de fiets dominant moet zijn in het straatbeeld en dat minimaal duizend fietsers per etmaal moeten passeren om een erftoegangsweg in te richten als fietsstraat;

dat de richtlijn tevens voorschrijft dat het aandeel gemotoriseerd verkeer niet hoger dan 2500 motorvoertuigen kan zijn in een fietsstraat;

dat op de Rhijnhofweg wordt voldaan aan deze richtlijnen en mede op basis van dit gebruik overwogen is de Rhijnhofweg in te richten als fietsstraat;

dat door te kiezen voor het inrichten van de Rhijnhofweg als fietsstraat ruimte wordt geboden aan het aanwezige fietsverkeer;

dat de Rhijnhofweg en aangelegen kruispunten gelegen zijn binnen een 30 km/uur zone;

dat het uitgangspunt is dat kruispunten tussen erftoegangswegen (30 km/uur) binnen de bebouwde kom uitgevoerd worden als gelijkwaardige kruispunten;

dat het op hoofdfietsroutes gelegen binnen verblijfsgebieden wenselijk is om van deze richtlijn af te wijken en fietsers voorrang te geven;

dat dit volgt uit het gegeven dat de hoofdfietsroute voor fietsers een stroomfunctie bekleed in het fietsnetwerk, ondanks de ligging in een verblijfsgebied;

dat de Uitvoeringsvoorschriften BABW de mogelijkheid bieden om voorrang te regelen met toepassing van bord B6 van bijlage 1 van het RVV 1990 binnen 30 km/uur zones bij kruispunten met een hoofdfietsroute die als zodanig herkenbaar zijn;

dat gelet op de voorgestelde fietsstraat inrichting hier sprake van is en zodoende het instellen van voorrangskruispunten op de Rhijnhofweg mogelijk is;

dat gelet op artikel 24 van het BABW op 20 januari 2025 overleg is gepleegd met de gemandateerde van de korpschef Nationale politie en deze op het instellen van voorrangskruispunten negatief heeft geadviseerd wegens afwijkend gebruik van verkeerstekens en weginrichting, en handhaafbaarheid;

dat door de wegbeheerder van dit advies kan worden afgeweken om tot een wegindeling te komen waarin de fietser op verkeersveilige wijze bovengeschikt wordt gemaakt op de hoofdfietsroute, waarbij handhaafbaarheid aan verkeersveiligheid ondergeschikt wordt geacht;

dat daarom op de hiernavolgende kruispunten een voorrangsregeling wordt ingesteld waarbij bestuurders komende uit de zijstraten voorrang dienen te verlenen aan bestuurders die zich bevinden op de Rhijnhofweg:

  • 1.

    Rhijnhofweg – Tulpenburg – Schoonzicht;

  • 2.

    Rhijnhofweg – Tulpenburg – Erfprins;

  • 3.

    Rhijnhofweg – Duifhuislaan.

dat op het kruispunt Rhijnhofweg – De Limes de voorrangsregeling dusdanig wordt ingesteld dat bestuurders komende uit de Rhijnhofweg voorrang dienen te verlenen aan bestuurders die zich bevinden op de De Limes en de Rhijnhofweg;

dat bij het inrichten van de Rhijnhofweg als fietsstraat het kruispunt De Limes – Rhijnhofweg tevens opnieuw wordt ingericht;

dat het betreffende kruispunt vooralsnog is ingericht om te fungeren als bouwweg en door middels van deze herinrichting een definitieve inrichting krijgt;

dat als gevolg van de herinrichting het wenselijk is de borden die het begin en einde van de zone 30 km/uur te verplaatsen zodat het kruispunt in volledigheid binnen de 30 km/uur zone valt;

dat deze verkeersmaatregelen kunnen worden uitgevoerd door middel van het (ver)plaatsen van de verkeersborden A1-30 (zone), A2-30 (zone), B3, B4, B5 en B6 van bijlage 1 van het RVV 1990 in combinatie met het aanbrengen van haaientandmarkering;

dat gelet op artikel 12 van het BABW voor het plaatsen en verwijderen van de in dit verkeersbesluit genoemde verkeersborden een verkeersbesluit is vereist;

dat gelet op artikel 15 van de WVW 1994:

  • 1.

    de plaatsing of verwijdering van de bij algemene maatregel van bestuur aangewezen verkeerstekens, en onderborden voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd, geschiedt krachtens een verkeersbesluit;

  • 2.

    maatregelen op of aan de weg tot wijziging van de inrichting van de weg of tot het aanbrengen of verwijderen van voorzieningen ter regulering van het verkeer geschieden krachtens een verkeersbesluit, indien de maatregelen leiden tot een beperking of uitbreiding van het aantal categorieën weggebruikers dat van een weg of weggedeelte gebruik kan maken.

dat gelet op artikel 2 van de WVW 1994 de hiervoor genoemde verkeersmaatregelen strekken tot:

  • 1.

    het verzekeren van de veiligheid op de weg;

  • 2.

    het beschermen van weggebruikers en passagier;

  • 3.

    het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan.

dat gelet op artikel 2 van de WVW 1994 en de hiervoor genoemde overwegingen het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer van ondergeschikt belang wordt geacht.

BESLUIT:

Het college van burgemeester en wethouders van Oegstgeest:

door middel van het (ver)plaatsen van de verkeersborden A1-30 (zone) en A2-30 (zone) van bijlage 1 van het RVV 1990, de zone waar een maximumsnelheid van 30 km/uur geldt uit te breiden tot ten zuiden van het kruispunt De Limes – Rhijnhofweg;

door middel van het plaatsen van de verkeersborden B3, B4, B5 en B6 van bijlage 1 van het RVV 1990 en het aanbrengen van haaientandmarkering, een voorrangsregeling in te stellen op ondergenoemde locaties waarbij bestuurders die zich bevinden op de zijstraten voorrang dienen te verlenen aan bestuurders die zich bevinden op de Rhijnhofweg en De Limes:

  • 1.

    Rhijnhofweg – Tulpenburg – Schoonzicht;

  • 2.

    Rhijnhofweg – Tulpenburg – Erfprins;

  • 3.

    Rhijnhofweg – Duifhuislaan;

  • 4.

    De Limes – Rhijnhofweg.

 

Aldus vastgesteld op 10 februari 2025 te Oegstgeest,

namens het college van Burgemeester en wethouders van Oegstgeest,

 

Kees Schrieks

manager Ruimte

Meer informatie:

Het verkeersbesluit en de op dit besluit betrekking hebbende stukken, liggen vanaf één dag na bekendmaking in het Gemeenteblad gedurende zes weken ter inzage via https://www.oegstgeest.nl/inwoners/actueel/officiele-bekendmakingen.

Als u het niet eens bent met dit besluit Tegen dit besluit kan binnen 6 weken na bekendmaking bezwaar worden aangetekend. Wanneer u van plan bent een bezwaarschrift in te dienen, geven wij u in overweging om eerst nadere informatie in te winnen over het genomen besluit bij de bovengenoemde contactpersoon.

Wilt u toch een bezwaar indienen, dan kunt u dat binnen 6 weken na verzenddatum van deze brief doen. Zorg ervoor dat uw bezwaarschrift het volgende bevat:

 

  • 1.

    uw naam, adres en telefoonnummer;

  • 2.

    de datum waarop u het bezwaar verstuurt of afgeeft op het gemeentehuis;

  • 3.

    ons kenmerk (dit vindt u achter “Ons kenmerk”, bovenaan deze brief);

  • 4.

    een omschrijving van het besluit waar u bezwaar tegen maakt;

  • 5.

    een heldere uitleg waarom u het niet eens bent met ons besluit;

  • 6.

    uw handtekening.

Stuur uw bezwaar aan:

Het college van burgemeester en wethouders

Postbus 1270

2340 BG Oegstgeest

Pro forma bezwaar

Het kan voorkomen dat de termijn van 6 weken voor u te kort is om een volledig toegelicht bezwaarschrift te schrijven. Bijvoorbeeld omdat u eerst advies wilt vragen aan anderen. Om uw recht op beroep niet te verliezen, kunt u binnen zes weken een bezwaarschrift indienen bij het college, waarin u kort aangeeft dat en waartegen u in bezwaar gaat. Zo’n bezwaarschrift heet een ‘pro forma’ bezwaarschrift. Ook geeft u daarin aan dat u later de motivering van uw bezwaarschrift zal indienen.

Voorlopige voorziening

Het indienen van een bezwaarschrift schorst de werking van dit besluit niet. Heeft u er belang bij dat dit besluit niet in werking treedt, dan kan een voorlopige voorziening worden gevraagd bij de Voorzieningenrechter van de rechtbank Den Haag, Postbus 20302,2500 EH te Den Haag. Dit verzoek kunt u ook digitaal indienen bij de rechtbank via http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Houd er rekening mee dat u hiervoor griffierecht betaald. Een verzoek om voorlopige voorziening kunt u alleen indienen als u ook een bezwaarschrift heeft ingediend.

 

Situatieschets: