Thursday 20 February 2025
Download original publication:
Publication type:
andere voorlichtingsinformatie



Kennisgeving vooraankondigingen aan de gemeenten Den Haag, Leiden, Leiderdorp, Oegstgeest, Pijnacker-Nootdorp, Teylingen, Voorschoten en Zoeterwoude tot indeplaatsstelling inzake taakstelling huisvesting vergunninghouders

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland hebben in het kader van hun toezichtstaak bij besluit van 1 januari 2025 aan burgemeesters en wethouders van Den Haag, Leiden, Leiderdorp, Oegstgeest, Pijnacker-Nootdorp, Teylingen, Voorschoten en Zoeterwoude het voornemen aangekondigd tot indeplaatsstelling op het onderwerp achterstand in de gemeentelijke taakstelling op het gebied van huisvesting vergunninghouders.

Uitoefening toezicht

Op grond van artikel 124 van de Gemeentewet oefent de provincie toezicht uit op de realisering van de gemeentelijke taakstellingen voor de huisvesting vergunninghouders. In het kader van de Huisvestingswet krijgen gemeenten een halfjaarlijkse taakstelling. Indien burgemeester en wethouders geheel of gedeeltelijk nalaten uitvoering te geven aan deze verplichting kan dit leiden tot indeplaatsstelling. Indeplaatsstelling wil in dit geval zeggen dat Gedeputeerde Staten de achterstand in de taakstelling op kosten van de gemeente gaat wegwerken. Een juridische interventie, zoals een besluit tot indeplaatsstelling wordt voorafgegaan door een bestuurlijk traject, waarin de gemeente eerst zelf in de gelegenheid wordt gesteld om aan haar verplichtingen te voldoen. De wettelijke basis voor indeplaatsstelling is artikel 124 van de Gemeentewet.

De desbetreffende gemeenten lopen 1,5 jaar achter in hun taakstelling huisvesting vergunninghouders. Dit houdt in dat zij vier halfjaarlijkse taakstellingsperiodes achter elkaar niet hebben gehaald. Daarom hebben er bestuurlijke overleggen plaatsgevonden. Aan de hand hiervan zijn afspraken gemaakt. Deze hebben evenwel (nog) niet geleid tot voldoende resultaten.

Indien een gemeente niet aan haar taakstelling voldoet, moeten vergunninghouders die in asielzoekerscentra verblijven en in afwachting zijn van huisvesting hierdoor langer wachten op uitplaatsing naar een gemeente. Zij zijn daardoor niet in staat hun inburgering in de Nederlandse samenleving te starten.

Voornemen

Gedeputeerde Staten zijn voornemens een besluit tot indeplaatsstelling te nemen indien burgemeesters en wethouders van Den Haag, Leiden, Leiderdorp, Oegstgeest, Pijnacker-Nootdorp, Teylingen, Voorschoten en Zoeterwoud niet voor 1 juli 2025 zelf in de taakstelling van van de eerste helft van 2025 samen met de opgelopen achterstand hebben voorzien. Indien het aantal door COA aan de gemeenten gekoppelde vergunninghouders op 1 april 2025 lager ligt dan dit aantal, zal de gemeente het aantal gekoppelde vergunninghouders voor 1 juli 2025 moeten plaatsen.

In een besluit tot indeplaatsstelling zal een nader vast te stellen stermijn worden opgenomen waarin burgemeester en wethouders nog de gelegenheid krijgen zelf in de taakstelling te voorzien. Indien dat niet binnen deze termijn gebeurt, zullen Gedeputeerde Staten overgaan tot feitelijk handelen en de taakstelling voor een nader te bepalen periode ten laste van de gemeente zelf uit (laten) voeren.

Gedeputeerde Staten vertrouwen erop dat de betreffende gemeenten hun activiteiten op dit terrein zullen intensiveren en over zullen gaan tot de benodigde acties om de taakstelling inclusief de achterstand voor 1 juli 2025 te realiseren.

Meer informatie

Kijk voor meer informatie over de taakstelling voor de huisvesting vergunninghouders op https://www.zuid-holland.nl/onderwerpen/lokaal-bestuur/interbestuurlijk/