Bekendmaking
De gemeenteraad van Oegstgeest;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 december 2024;
gelet op Artikel 160 lid 1b van de Gemeentewet;
- 1.
- 2.
- 3.
Op weg naar een duurzaam groen Oegstgeest
Oegstgeest heeft een rijk bomenbestand waar veel waardering voor is en waar we allemaal van genieten. Bomen zijn van groot belang voor het comfort en de leefbaarheid van de woonomgeving. In een gezonde samenleving spelen bomen een onmisbare rol. Ze zijn niet alleen mooi of imposant om te zien, ze zijn ook functioneel en vertegenwoordigen verschillende functies en waarden die in het bomenbeleid worden beschreven.
In dit Bomenbeleid staat hoe de gemeente Oegstgeest wil werken aan een duurzaam, goed beheersbaar en toekomstbestendig bomenbestand. Het bomenbeleid is er op gericht om een divers en gezond bomenbestand te garanderen voor de toekomst. De bomen die we de komende jaren gaan planten, zijn het bomenbestand voor de volgende generatie.
In dit bomenbeleid beschrijven we de uitgangspunten die we hanteren voor de aanplant en het beheer van onze bomen. We willen de openbare ruimte duurzamer inrichten en daarmee onderhoudskosten ook in de toekomst betaalbaar houden. Een goede keuze van de boomsoort en een juiste groeiplaats resulteert in minder snoeimaatregelen of voortijdige verwijdering van de boom en zo in een toename van duurzaamheid. Ons uitgangspunt is: de juiste boom op de juiste plaats. Gezien de vele wensen en eisen die er zijn voor de inrichting van de openbare ruimte vraagt dit bij een integrale aanpak veelal om maatwerk en om extra investeringen in een goede groeiplaats.
Extra aandacht is er voor het behoud van de waardevolle en beeldbepalende bomen. Voor deze bomen geldt dat voorafgaand aan werkzaamheden in de directe omgeving van de boom in overleg met de groenbeheerder een Bomen Effect Analyse (BEA) wordt uitgevoerd waarbij de effecten van bepaalde werkzaamheden vooraf in beeld worden gebracht.
Bij de aanplant van bomen wordt gekeken of de groeiplaats zowel ondergronds als bovengronds toereikend is zodat de boom zijn volwassen leeftijd moet kunnen bereiken, op een boomtechnisch veilige manier en zonder onacceptabele overlast te veroorzaken. Bij beperkte ondergrondse groeiruimte, bijvoorbeeld door de aanwezigheid van kabels en leidingen, is het beter te kiezen voor minder bomen. Of voor één grote boom in plaats van enkele kleinere, maar deze wel een goede groeiplaats te geven zodat de boom gezond tot volle wasdom kan komen. Soms kiezen we ervoor om bomen terug te planten op een andere locatie waar meer ruimte is.
De juiste boom op de juiste plaats.
We planten bomen die geschikt zijn voor de plaatselijke omstandigheden. Op stedelijke groeiplaatsen willen we de soortkeuze beter afstemmen op klimaatverandering. In ecologische zones planten we inheemse soorten. We willen het aantal boomsoorten vergroten. Hiermee bereiken we een grotere diversiteit, voorkomen we monoculturen en is het bomenbestand beter bestand tegen plagen en ziekten.
Door deze duurzame en toekomstbestendige aanpak blijft het groene karakter van Oegstgeest behouden, zijn minder snoeimaatregelen nodig, kunnen bomen langer in stand blijven en kunnen bomen uitgroeien zonder overlast te veroorzaken.
Oegstgeest is een groen dorp. De vele bomen in de gemeente bepalen in grote mate het groene aanzicht langs wegen, in parken en groenstroken. Doordat er veel wensen zijn voor het gebruik en de inrichting van de buitenruimte wordt de beschikbare onder- en bovengrondse ruimte voor bomen steeds beperkter. Bij het opstellen van het bomenbeleid is uitgangspunt dat een boom meer is dan alleen een instrument waarmee we de openbare ruimte kunnen inrichten. Bomen zijn levende elementen die groeien, bloeien en zich voort-planten. Ook zijn ze uitwijkplaatsen en voedselbronnen voor vogels, insecten en kleine zoogdieren (al dan niet beschermd). Bomen zijn de longen van ons dorp, ze produceren zuurstof en nemen kooldioxide op. Met hun bladeren houden ze fijnstof vast en water bij neerslag. Ze zorgen bij warm weer voor verkoeling door verdamping. Ze geven schaduw en vormen een microklimaat op zich. Mensen voelen zich prettiger in een groene omgeving met bomen. Toch kan het verschillend zijn hoe men een boom ervaart. Wat de één een prachtige onmisbare boom vindt, ervaart een ander als een boom die overlast veroorzaakt. Bomen zijn emotie; niet iedere inwoner denkt hetzelfde over bomen.
Het bomenbeleid is er op gericht om een divers, gezond en goed beheerbaar bomenbestand te garanderen voor de toekomst. En wanneer het gaat om veiligheid en vitaliteit van bomen, bescherming van (waardevolle) bomen en het omgaan met klachten omtrent overlast duidelijkheid te bieden over wat bewoners van de gemeente kunnen verwachten. In het bomenbeleid willen we uitgangspunten formuleren waarbij de bomen van Oegstgeest kunnen uitgroeien tot gezonde en volwassen exemplaren met daarbij zorg voor een veilige en schone openbare ruimte.
1.2. Evaluatie Bomenbeleid 2018
Het boombeleid uit 2018 is intern geëvalueerd met team Beheer en Onderhoud. Het boombeleid uit 2018 is ook besproken met externe stakeholders, zoals de Adviescommissie Groen en Natuur (AGN), het Milieu Educatiecentrum (MEC) en de Bomenbond Rijnland. Alle feedback is vastgelegd in een apart evaluatie-document dat als basis heeft gediend voor deze herziene versie van het bomenbeleid. De wijzigingen ten opzichte van de versie uit 2018 zijn te vinden in bijlage 1.
2.1. Relevante wet- en regelgeving
In het Burgerlijk Wetboek worden onder meer rechten en plichten omschreven van (grond) eigenaren en beheerders en van partijen die een overeenkomst zijn aangegaan. Door het benoemen van de zorgplicht heeft het Burgerlijk Wetboek directe invloed op de omgang met veiligheidsrisico’s bij bomen en op de uitvoering van bij aannemers uitbestede werkzaamheden aan bomen. De zorgplicht leidt tot de verplichting van een boomeigenaar om een zorgvuldig beheer te voeren dat de veiligheid van de (openbare) ruimte rond de boom garandeert.
Per 1 januari 2024 is de Omgevingswet van kracht. Deze wet vervangt 26 Nederlandse wetten en aanvullende regelgeving.
Om bossen te beschermen geeft het Rijk regels voor het vellen van houtopstanden, herbeplanten, het verhandelen en bezit van hout(producten). Degene die zo’n activiteit uitvoert, moet voldoen aan die regels, zoals de specifieke zorgplicht. Ook kan een meldingsplicht gelden.
De (oude) Wet natuurbescherming bevatte alle regels rondom de bescherming van natuurgebieden en soorten. In de wet heeft het rijk alle verplichtingen uit de Europese Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn verwerkt. Deze wet is per 1 januari 2024 opgenomen in de Omgevingswet.
In de Zuid-Hollandse Omgevingsverordening (ZHOV) zijn de regels over de fysieke leefomgeving van de provincie opgenomen. In de verordening staat aangegeven wat wel en niet is toegestaan: mag bijvoorbeeld op een bepaalde locatie een bedrijf worden uitgebreid of kan dat niet vanwege een grondwaterbeschermingsgebied. Ook staan er instructieregels in voor gemeentelijke omgevingsplannen en taken van waterschappen. De provincie stelt aanvullende regels voor het vellen van een houtopstand buiten de omgevingscontour. Deze zijn te vinden in bijlage 7.3 van de ZHOV.
Om de houtopstand in Zuid-Holland nog beter te beschermen zijn in de provinciale verordening de volgende extra regels opgenomen:
- •
- •
Bos dat gekapt is buiten het NNN (Natuur Netwerk Nederland), mag niet meer binnen het NNN gecompenseerd worden. Hiermee wordt voorkomen dat het totale oppervlakte aan groengebied afneemt. Compensatie in recreatiegebieden (als de kap buiten deze gebieden heeft plaatsgevonden) is nog wel toegestaan. Alleen moet er dan een twee keer zo groot oppervlakte voor terug geplant worden.
- •
2.2. Relevant regionaal beleidskader
Toekomstvisie Leidse regio 2027
De gemeenten in de Leidse regio hebben in 2016 gezamenlijk de regionale Toekomstvisie Leidse regio 2027 ‘Kwaliteiten versterken en krachten verenigen’ vastgesteld. Deze moet richting geven aan het bestuurlijk handelen. De gemeenten hebben zeven ambities geformuleerd die men gezamenlijk wil realiseren. Het belang van de groene identiteit en de toegankelijkheid van het groen zijn relevante onderdelen waarbij bomen een rol spelen. Er is aandacht voor het versterken en verbinden van de landschappen onderling en van de stad met het ommeland.
Regionale Agenda Omgevingsvisie 2040 Hart van Holland
In de ‘Regionale agenda Omgevingsvisie 2040’ voor het Hart van Holland beschrijven de gemeenten Kaag en Braassem, Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Noordwijk, Oegstgeest, Voorschoten, Teylingen, Wassenaar en Zoeterwoude hun gezamenlijke koers voor ontwikkeling van de fysieke leefomgeving op hun grondgebied. De gemeenten willen nationale en internationale trends als de trek naar de stad, veranderingen in demografie, klimaatverandering, energietransitie, toenemende mobiliteit en technologische innovatie in de leefomgeving inpassen.
Holland Rijnland – Regionale Investeringsagenda
Oegstgeest is onderdeel van een bestuurlijk samenwerkingsverband met gemeenten uit de regio. De regio-organisatie Holland Rijnland bestaat uit gemeenten Alphen aan den Rijn, Hillegom, Kaag en Braassem, Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Lisse, Nieuwkoop, Noordwijk, Oegstgeest, Teylingen, Voorschoten en Zoeterwoude en zet zich in voor regionale opgaven.
In de Regionale Investeringsagenda is opgenomen hoe de hele regio om zal gaan met de grote opgaven op het gebied van woningbouw, economie, natuur, klimaat, bereikbaarheid en duurzaamheid.
Oegstgeest is nauw betrokken bij project 10. Groenblauw Raamwerk. De ambitie is een gedegen groen- en waterstructuur, die de leefbaarheid van onze regio versterkt en de basis vormt voor vergroening, klimaatadaptatie en biodiversiteit.
2.3. Relevant lokaal beleidskader
Omgevingsvisie Vitaal en verbonden in de toekomst
Hoofddoel van de omgevingsvisie vanuit de Omgevingswet is ‘het bereiken en in stand houden van een veilige, gezonde fysieke leefomgeving en goede omgevingskwaliteit’. De omgevingsvisie is een langetermijnvisie voor de fysieke leefomgeving voor het hele grondgebied van de gemeente.
De gemeente is eindverantwoordelijk voor de integrale afweging van initiatieven. In plaats van te toetsen aan sectorale beleidsplannen, wordt een ontwikkeling nu integraal beoordeeld en getoetst aan verschillende aspecten. Zo wordt het bouwen van nieuwe woningen niet meer puur gezien als een bijdrage aan de woningvoorraad, maar wordt er ook gekeken of het nieuwe gebouw klimaatadaptief is, voldoet aan onze eisen voor de energietransitie of een gezonde en groene leefomgeving bevorderd. In de omgevingsvisie zijn de volgende ambities voor Oegstgeest opgenomen:
- -
- -
- -
- -
Verordening fysieke leefomgeving Oegstgeest 2024
Doel van de Verordening fysieke leefomgeving is in stand houden van een veilige en gezonde fysieke leefomgeving en een goede omgevingskwaliteit. Hierin wordt beschreven voor welke monumentale en waardevolle bomen een velverbod geldt en aan welke criteria een omgevingsvergunning tot vellen moet voldoen. Op de bijbehorende Groene Kaart is een samenhangend geheel van aangewezen boomgebieden opgenomen. https://www.oegstgeest.nl/inwoners/wonen-verbouwen-en-leefomgeving/natuur-en-landschap/bomen/verordening-fysieke-leefomgeving-groene-kaart-en-grens-bebouwde-kom-wet-natuurbescherming
Klimaatadaptiestrategie Oegstgeest
De ruimtelijke inrichting van Oegstgeest beïnvloedt hoeveel overlast we ondervinden van extreem weer. Zo kan er op laaggelegen plekken water blijven staan na een hevige bui en warmen versteende gebieden veel sterker op bij hitte. Als we niets doen, zorgt het veranderende klimaat ervoor dat onze gemeente minder leefbaar wordt. Daarom gaat gemeente Oegstgeest samen met haar inwoners, de lokale organisaties en bedrijven aan de slag met klimaatadaptatie. Hoe Oegstgeest dat doet, is vastgelegd in de Klimaat-adaptatiestrategie 2023 – 2028. De visie op een klimaatbestendig Oegstgeest in 2050 kent vier pijlers.
- -
- -
- -
- -
Het groenbeleid van de gemeente Oegstgeest is beschreven in het ‘Beleidsplan Groen en Water 2022’. Hierin wordt het belang van een gezond bomenbestand, als ruggengraat van de groenstructuur, beschreven. Zowel de positieve invloed van bomen op ons welbevinden als de verbetering van de groeiomstandigheden om de gezondheid en gemiddelde levensduur van bomen te verhogen wordt benadrukt. Als onderdeel van dit plan is een Visiekaart Groen-Blauwe structuren ontwikkeld. Hierin zijn ook ecologische structuren aangegeven waar wordt gestreefd naar zo veel mogelijk inheemse boomsoorten. Deze kaart wordt aangepast en als bijlage toegevoegd in dit beleidsstuk (Zie Bijlage 2 Visiekaart groen-blauwe structuren).
In het groenbeheerplan (2021 - 2025) worden de ambities ten aanzien van duurzaam groenbeheer vastgelegd en uitgewerkt in maatregelen en kosten. Vastgelegd is welke beheer- en onderhouds-werkzaamheden worden uitgevoerd om het bomenbestand duurzaam te onderhouden. Het beheerplan is uitsluitend van toepassing op het openbaar groen in de openbare ruimte, die in eigendom, beheer en onderhoud is van de gemeente Oegstgeest. Alle 13.130 gemeentelijke bomen zijn onderdeel van de beheergroep Groen.
Bomen zijn van groot belang voor het comfort en de leefbaarheid van de woonomgeving. Ze zijn niet alleen mooi of imposant om te zien, ze zijn ook functioneel en vertegenwoordigen verschillende functies en waarden. In dit hoofdstuk geven we een toelichting op de functies, ook wel eco-systeemdiensten genoemd, die bomen kunnen vervullen.
3.1.1. Stedenbouwkundige en ruimtelijke functie
Solitaire bomen, boomgroepen, bomenrijen en -lanen zijn opvallende groene bouwstenen van een stedelijke omgeving. Bomen kunnen (laan)structuren in de stad of het dorp zichtbaarder maken en deze versterken. Een voorbeeld hiervan is de Oranjewijk waar na herinrichting het stratenpatroon herkenbaar is aan de boomsoort. Bomen kunnen routes geleiden en ze bepalen de beleving van de straat. Steden en dorpen danken hun aantrekkingskracht mede aan de (oude) bomen die het dorps- of stadsbeeld versterken.
3.1.2. Cultuurhistorische waarde
De cultuurhistorische waarde van bomen is gekoppeld aan de plek waar de bomen staan, zoals de bomen in het Bos van Wijckerslooth, Rhijngeest en Endegeest. Vaak is er een relatie tussen bomen en een gebouw of heeft de boom een bijzondere functie in de gemeenschap. Ook gedenkbomen vertegenwoordigen een cultuurhistorische waarde. Overal in Nederland vinden we kroningsbomen of andere bomen die geplant zijn ter ere van bijzondere gebeurtenissen in het Koninklijk huis. Voorbeelden in Oegstgeest zijn de Jan Wolkersboom bij de ijsbaan, de monumentale kastanje op de hoek van de Duinzichtstraat en de Wijttenbachweg met de tekst ‘Uit nood verbrand in vreugd herplant, 1944-1945’ en de ring iepen in zuilvorm op de plaats van de oude burcht in het Irispark.
3.1.3. Ecologische waarde (biodiversiteit)
Voor de ecologische waarde van bomen kunnen we twee aspecten onderscheiden. Enerzijds bieden bomen zelf levensruimte aan planten en dieren. Denk hierbij aan de boom als:
- -
- -
- -
- -
- -
- -
- -
Anderzijds kunnen bomen een belangrijk onderdeel zijn van een ecologische verbindingszone of ecologische structuur. Ze dienen bijvoorbeeld als stapsteen tussen gebieden of als oriëntatieplek. De ecologische waarde neemt toe met het aantal bomen dat bij elkaar geplant wordt. Zo kunnen op sommige locaties waar meer ruimte is bomen in kleine groepjes worden geplant. Naarmate er meer bomen bij elkaar staan, neemt het aantal relaties tussen de bomen en overige planten en dieren toe. Daarmee stijgt de ecologische waarde. Deze neemt ook toe als er meerdere (inheemse) soorten bij elkaar worden geplant of als bomen gecombineerd worden met (inheemse) struiken en kruidachtigen.
De economische waarde van bomen mag niet onderschat worden. De directe waarde is vaak beperkt; de houtopbrengst van stadsbomen is doorgaans verwaarloosbaar. De indirecte waarde van bomen is groot. Bomen vertegenwoordigen vaak een fors geïnvesteerd kapitaal en de economische waarde zit hem vooral in de volgende aspecten:
- •
- •
- •
3.1.5. Sociale- en belevingswaarde
Bomen bepalen voor een deel de leefbaarheid van de woonomgeving en dragen in hoge mate bij aan de natuurbeleving van veel mensen en vooral ook kinderen. Veel mensen kennen de natuur als een plek om tot rust te komen en te herstellen van dagelijkse stress. In de huidige hectische samenleving neemt de behoefte aan natuur voor ontspanning en recreatie toe, vooral in en om steden. In de praktijk van de gezondheidszorg zijn steeds meer initiatieven die duiden op een herwaardering van de natuur als helende invloed. Zo vinden we bij zorginstellingen steeds meer ‘helende tuinen’ en aanbod van ‘groene’ activiteiten1. Mensen voelen zich prettiger in een groene omgeving met bomen.
3.1.6. Klimaatadaptieve functie
Het klimaat in Nederland is de afgelopen honderd jaar in veel opzichten meetbaar veranderd. De gemiddelde temperatuur in Nederland steeg met 1.7 graden Celsius. De totale hoeveelheid jaarlijkse neerslag steeg met bijna 30 procent en ook de intensiteit en frequentie van hoosbuien nam sterk toe. De gemeten temperatuur-stijging in Nederland is circa tweemaal hoger dan die gemiddeld in de wereld2. Bomen hebben een temperende werking op de temperatuur door de combinatie van schaduw, luwte en verdamping. Vooral op plaatsen met veel asfalt, beton en grote muurvlakken is dit effect van bomen groot. Daarnaast houden (grote) bomen bij zware neerslag veel water vast met hun bladeren, hierdoor vermindert de druk op het riool.
3.1.7. Milieutechnische functie
Bomen spelen een belangrijke rol bij de verbetering van het leefklimaat in de stad. Bomen leggen met behulp van hun bladmassa fijnstofdeeltjes vast. Het fijnstof spoelt na elke regenbui van het blad, waarna opnieuw fijnstof vastgelegd kan worden. Vermindering van de hoeveelheid fijnstof in de lucht heeft een positieve invloed op de volksgezondheid (minder astma). Vooral groot uitgegroeide bomen spelen een hoofdrol als het om de luchtkwaliteit gaat. Deze volwassen bomen kunnen door hun grote loofoppervlakte grote hoeveelheden fijnstof afvangen. Om hetzelfde loofoppervlak te bereiken, zijn vele jonge bomen nodig.
Afb 4.. Functies van Bomen. Bron: www.Bomen zijn belangrijk.nl
Afb 5. Sierpeer met te kleine boomspiegel en standplaats aan de Waldeck Pyrmontlaan
4. Knelpunten en uitgangspunten
Bij bomen in de openbare ruimte gaat het voor een groot deel om straatbomen. Deze hebben een beperktere levensduur ten opzichte van bomen in de natuur. In het verleden zijn bij de aanplant van bomen keuzes gemaakt op basis van inzichten van toen. Situaties die we met de huidige kennis op een andere wijze zouden aanpakken. In dit hoofdstuk worden knelpunten beschreven bij aanleg en in het beheer die we met dit boombeleid willen verbeteren.
4.1.1. Beperkte ondergrondse groeiruimte
Er zijn veel (soms conflicterende) wensen en eisen bij de inrichting van de openbare ruimte. Door concurrentie met riool, kabels, leidingen en asfaltdruk zijn de groeiomstandigheden voor bomen vaak matig tot slecht. In het verleden werd minder aandacht besteed aan de ondergrondse groeiruimte. Het gevolg van een plantgat met beperkte ondergrondse groeiruimte is dat wortels op zoek gaan naar vocht en voeding direct onder de verharding, met wortelopdruk tot gevolg. De verharding wordt opgedrukt, wat leidt tot gevaarlijke situaties, wortelschade en hoge beheerkosten. Ook zien we dat bomen niet tot volle wasdom kunnen komen en de kroon soms veel gebreken vertoont. De levensduur van een boom wordt drastisch verkort.
4.1.2. Beperkte bovengrondse groeiruimte
Bij de aanplant van bomen wordt soms te weinig rekening gehouden met de uiteindelijke grootte van een boom. Soms zijn bomen op een waterkerende kade of te dicht op elkaar of te dicht tegen bebouwing aangeplant. Een probleem wordt dan bijvoorbeeld takken tegen de gevel. Dit leidt tot overlast en extra beheerkosten (snoei).
Soms hebben bomen eigenschappen die ze minder geschikt maken voor bepaalde standplaatsen. Ook in Oegstgeest staan bomen op de verkeerde plaats. Denk hierbij aan bomen met luis, de zogenaamde ‘plakbomen’ en vruchtdragende bomen bij parkeerplaatsen. Dergelijke overlast leidt vaak tot verzoeken van inwoners om de bomen te vervangen.
4.1.4. Nieuwe ziekten/klimaatverandering
De laatste decennia zien we steeds meer nieuwe boomziektes en plagen ontstaan, zoals kastanje bloedingsziekte, essentaksterfte en de eikenprocessierups. Ook klimaatverandering zal van grote invloed zijn op ons huidige bomenbestand. Het bomenbeleid moet aangeven hoe we hier mee omgaan.
Regelmatig komen verzoeken binnen om te snoeien. Er is niet eenduidig vastgelegd hoe met een dergelijk verzoek om te gaan. In het bomenbeleid moet worden vastgelegd in welke situatie er wel of niet gesnoeid wordt. Het behoud van de boom is hierbij leidend.
Soms doen zich tijdens herinrichtingswerkzaamheden verrassingen voor en blijkt dat bomen niet behouden kunnen blijven. Dit is niet altijd van te voren goed onderzocht. Bomen moeten integraal onderdeel uitmaken van de (planvorming rond) de inrichting van de openbare ruimte. Bij werkzaamheden worden regelmatig bomen beschadigd, zowel onder- als bovengronds. Vooral na graafwerkzaamheden door nutsbedrijven, bij wijzigingen in de grondwaterspiegel en bij verdichting van de grond zien we vaak wortelschade. Maar ook bij parkeren.
Om een vitaal en gezond bomenbestand te houden is het noodzakelijk met enige regelmaat een aantal bomen te vervangen. Bomen hebben niet het eeuwige leven. In het stedelijk milieu is de omlooptijd van een boom gemiddeld 40 jaar, met uitschieters naar 80 of soms wel 100 jaar. Oegstgeest heeft een gemeentelijk bomenbestand van ca 13.000 bomen waarvan 384 monumentaal. Bij een omlooptijd van 40 jaar zouden er jaarlijks zo’n 300 bomen vervangen moeten worden. De huidige vervangingsbudgetten zijn hiervoor niet toereikend. Dit wordt uitgewerkt in hoofdstuk 9.
4.2.1. Sober en doelmatig bomenbeheer met behoud van kwaliteit
Het beheer is erop gericht om de functies en waarden van bomen te optimaliseren. Het bomenbeheer gebeurt sober en doelmatig maar met behoud van kwaliteit. Bij klachten en meldingen over bomen is het behoud van de bomen uitgangspunt.
4.2.2. Bescherming waardevolle bomen
Het bomenbestand moet een meerwaarde geven aan de leefomgeving, de beleving en de ecologische waarde. Het bomenbestand moet aantrekkelijk blijven en structureel in kwaliteit verbeteren; dit vraagt om extra bescherming van waardevolle bomen en structuren en aanleg van nieuwe ‘bestanden’. Toepassing van duidelijke richtlijnen zoals in het Handboek Bomen moeten bomen bescherming bieden bij werkzaamheden.
We streven naar een duurzaam bomenbestand. Bij het beheer en onderhoud van bomen staat duurzaam voor ‘langdurig’. Hierbij hanteren we twee uitgangspunten: kwaliteit voor kwantiteit en de juiste boom op de juiste plaats. De bomenbalans is altijd belangrijk geweest, maar gaat voorbij aan de kwaliteit. Het is beter te kiezen voor minder bomen maar deze wel een goede groeiplaats te geven waar ze gezond tot volle wasdom kunnen komen. Bij de aanplant van bomen wordt gekeken of de groeiplaats zowel ondergronds als bovengronds toereikend is zodat de boom in principe zijn volwassen leeftijd moet kunnen bereiken.
4.2.4. Verbetering groeiomstandigheden
Bomen moeten in hun groeiplaats zonder extreme beheermaatregelen tot volle wasdom uit kunnen groeien. Dit vraagt om een duurzame inrichting, goede groeiplaatsomstandigheden en om adequaat bomenbeheer. verbetering van de groeiomstandigheden (grotere plantgaten en toepassing van bomengrond of -granulaat) wordt getracht de gezondheid en daarmee de gemiddelde levensduur van de bomen te verhogen. Tevens moet rekening worden gehouden met de omvang van de wortelstructuur van de straatbomen bij riolerings-, elektriciteits- en kabelwerkzaamheden.
- -
- -
4.2.5. Evenwichtige leeftijdsopbouw
Het bomenbestand moet gevarieerd, vitaal, toekomst- en klimaatbestendig zijn en daarmee minder vatbaar voor ziekten en aantastingen; bij nieuwe aanplant zijn de locatie en functie bepalend voor de soortkeuze. Om een evenwichtige leeftijdsopbouw van bomen te krijgen dient te worden voorkomen dat een groot deel van de bomen in korte tijd moet worden vervangen.
Bomen maken integraal onderdeel uit van de planvorming rond de inrichting van de openbare ruimte. Met een Boom Effect Analyse kunnen de gevolgen van de werkzaamheden op de aanwezige bomen van te voren in beeld worden gebracht. Met het oog op het beperken van overlast voor bewoners en een efficiënte inzet van budgetten is het bij vervanging van de riolering of de bestrating soms wenselijk om oudere bomen met een beperkte levensduur gelijktijdig te vervangen. Hiermee behouden we een evenwichtig straatbeeld en hoeven we niet na een paar jaar in dezelfde straat weer werkzaamheden uit te voeren.
Bij een integrale aanpak waarbij er te veel conflicterende wensen en eisen zijn in de openbare ruimte accepteren we in uitzonderingssituaties dat de boom deze volwassen leeftijd niet kan bereiken en sneller wordt vervangen, na bijvoorbeeld 20 jaar, of kijken wij naar alternatieve manieren om de ruimte toch te vergroenen door bijvoorbeeld het plaatsen van boombakken. Hiermee kan de omgeving dan toch een groene inrichting krijgen.
Het bomenbeleid moet draagvlak hebben bij de bewoners. Besluitvorming rondom de plaatsing van bomen is dermate complex, dat deze niet aan bewoners wordt voorgelegd. De Leidraad Participatie Oegstgeest geeft aan dat in dit soort situaties geen tot weinig ruimte is voor participatie. Welke inspraak voor bewoners wel mogelijk is, is beschreven in H 8.2.
Afb 9.. Nieuwe bomen met grote boomspiegel aan Reinier van Kampenhoutlaan
5.1. Leidraad Inrichting Openbare Ruimte (LIOR)
Bij het ontwerp en de inrichting van de openbare ruimte is veel te winnen voor wat betreft efficiëntie, duurzaamheid en draagvlak. Nieuwe bomen moeten worden aangeplant met het oog op de toekomst. Bij het inrichten van de openbare ruimte met bomen en voor de uitvoering van werkzaamheden in, rond en met bomen hanteren we de gestandaardiseerde procedures, normen en kwaliteitseisen. De richtlijnen zijn opgenomen in de LIOR.
5.2. Integraal ontwerpen en integraal werken
We hebben in de openbare ruimte naast het weggebruik te maken met vele wensen en functies, zoals riolering, kabels, leidingen en parkeren. Het belang van het behoud van bomen moet worden afgewogen af tegen andere belangen in de openbare ruimte. Daarbij wordt onderzocht wat de technisch mogelijkheden zijn voor het planten van bomen zodat de juiste boom (soort) voor de juiste plek wordt gekozen en de locatie de juiste voorwaarden biedt. Dit betreft de bodemkwaliteit en de ruimte die wortels krijgen, zonder infrastructuur te beschadigen. Ook voldoende zonlicht is belangrijk. Bij projecten in de openbare ruimte wordt de aanplant en/of het behoud van bomen van begin af aan meegenomen door het uitvoeren van een BomenEffectAnalyse (BEA) tegelijk met een klickmelding of een archeologische onderzoek zodat deze afweging steeds opnieuw zorgvuldig gemaakt kan worden. De BEA wordt uitgevoerd conform de richtlijnen opgesteld door Bomenstichting en CROW.
Bij het opstellen van de meerjarenplanning worden verschillende disciplines over elkaar heen gelegd en worden de geplande werkzaamheden zoveel mogelijk gecombineerd uitgevoerd. Deze integrale aanpak werkt efficiënter en beperkt overlast voor de inwoners. Het soort werkzaamheden bepaalt vaak of bomen behouden kunnen worden. Bij een herstrating is behoud makkelijker dan bij het vervangen van een riool waarbij wortels beschadigd worden. Een integrale afweging tussen alle wensen en eisen in de openbare ruimte vraagt vaak om maatwerk.
Om ervoor te zorgen dat het belang van bomen bij integraal werken voldoende geborgd is worden beschermingsmaatregelen genomen. Deze maatregelen zijn opgenomen in het Handboek Bomen en op de Bomenposter ‘Werken rond bomen’.
Een integrale aanpak geeft de mogelijkheid om groeiplaatsen duurzaam in te richten volgens de richtlijnen uit de LIOR. Bijvoorbeeld door bij herinrichting van het wegprofiel de bomen meer boven- en ondergrondse ruimte te geven en het toepassen van plantgatverbetering bij te behouden bomen. Dit kan bestaan uit maatregelen als ploffen (waarbij lucht in de grond wordt gecreëerd), grondpijlers of grond wegzuigen en vervangen door bomenzand of bomengranulaat. Dit is een extra investering met als doel een langere levensduur voor de bestaande bomen.
5.3. Boomgrootte en ondergrondse groeiruimte
Bomen zijn wat betreft grootte te verdelen in drie categorieën:
1e grootte: bomen >15 meter hoog
2e grootte: bomen 10-15 meter hoog
3e grootte: bomen 6-10 meter hoog
Een goed bomenbestand heeft bomen van alle drie de groottes. Hierbij bepalen de boven- en ondergrondse groeiruimte op de locatie of er grote bomen geplant kunnen worden. Locaties waar grote bomen zich duurzaam kunnen ontwikkelen, zijn in de stedelijke omgeving van ons dorp schaars, maar in bijvoorbeeld parken wel aanwezig. Als er ruimte is, kiezen we liever voor één grote boom in plaats van drie kleine. In het verleden zijn bomen geplant die te groot worden voor de plantlocatie. Deze bomen kunnen nu of in de toekomst overlast geven. Door de boomgrootte aan te passen aan de groeiplaats wordt dit voorkomen.
Om te voorkomen dat bomen problemen veroorzaken bij bebouwing moeten ze op voldoende afstand van de gevel worden geplant. Daarnaast heeft de boom ook ruimte nodig om stabiliteitswortels te ontwikkelen voor een stevige verankering. Om het risico op het wegdrukken van opsluitbanden en daarmee schade aan de civieltechnische constructies te voorkomen moet voldoende afstand tot de fundering van de kantopsluiting van de rijbaan gehouden worden. Bij bomen in verharding moet de plantspiegel groot genoeg zijn om voldoende diktegroei van de stam mogelijk te maken en opdruk van de verharding te voorkomen. We hanteren voor de plantspiegel in verharding een minimale maat van 1,20 x 1,20 meter. Bij voorkeur is dit 1,50 x 1,50 meter.
Uitgangspunten voor de bovengrondse groeiruimte van bomen zijn de volgende te hanteren afstanden:
Van het hart van de stam tot de gevel:
- *
In LIOR zijn de randvoorwaarden opgenomen waaraan de ondergrondse standplaats moet voldoen, samen met minimale grootte.
Ons klimaat verandert, de gemiddelde jaartemperatuur loopt op en de zomers worden warmer en droger. Ook krijgen we te maken met extremen, langere droogte en hevige buien en veranderen de winterhard-heidszones Stedelijke of bebouwde omgeving is gemiddeld warmer en zal warmer worden door klimaatverandering, waardoor wij in bebouwde omgeving andere plantensoorten uit warmere klimaatzones moeten toepassen. Sommige van onze inheemse soorten kunnen hier nog prima in gedijen, denk bijvoorbeeld aan zomereik die van nature ook nog in Zuid-Frankrijk voorkomt.
In stedelijk gebied krijgen we te maken met hittestress, langdurige perioden van extreme hitte. Bomen hebben een verkoelend effect en dragen zo bij aan vermindering van hittestress, met name bomen met een brede half open kroon. Soms is het echter beter op een locatie juist geen boom te planten om luchtstroming niet te blokkeren. Bij neerslagpieken houden bomen een deel van het water vast, verdampen water en versterken infiltratie in de bodem. Bomen moeten bestand zijn tegen periodes van hevige droogte en (relatief) hoge temperaturen. Maar ook blijft het nodig dat ze bestand zijn tegen vorstperiodes. We blijven de ontwikkelingen op het gebied van soorten en hun klimaatbestendigheid volgen. Bij de keuze van boomsoorten bij aanplant/herplant houden rekening met de volgende generaties die wellicht met andere klimatologische omstandigheden te maken zullen krijgen.
5.5. Inheemse en uitheemse soorten
Zowel inheemse als uitheemse bomen dragen bij aan de biodiversiteit. Inheemse bomen zoals populier, linde, zomereik, es, esdoorn, berk en els hebben een grotere ecologische waarde voor inheemse flora en fauna. Het inheemse sortiment is echter beperkt, waardoor lang niet voor elke stedelijke groeiplaats een optimaal passende inheemse boomsoort beschikbaar is. Ook zijn de groeiplaatsomstandigheden vaak afwijkend (veel verharding, gemiddeld hogere temperaturen en meer droogte) dan de natuurlijke groeiplaatsen van veel inheemse soorten. Uitheemse soorten en cultivars kunnen hierin meerwaarde hebben. Voor het maken van de juiste keuze is de locatie en vooral ook de functie die de beplanting moet vervullen van essentieel belang. Bij enigszins natuurlijke groeiplaatsen en in ecologische zones worden bij vervanging inheemse bomen geplant zones (Zie bijlage 2 Visiekaart groen -blauwe structuren). In een meer stedelijke omgeving planten we bomen aan die aangepast zijn aan de plaatselijke omstandigheden en geschikt zijn voor de gewenste functie(s). Zo zorgen we voor een evenwicht tussen inheemse en uitheemse soorten. Bijlage 3 geeft een overzicht van de boomsoorten in Oegstgeest in de openbare ruimte.
5.6. Diversiteit in sortiment en leeftijd
Diversiteit in bomen bestaat niet alleen uit inheemse en uitheemse soorten. Ook de grootte, de boomvorm (bijvoorbeeld breed uitgroeiend of zuilvormig) en eigenschappen als kleur en vorm van blad en bloesem, geur en bloeitijd bepalen de waarde van bomen. Op geschikte locaties planten we bomen met eetbare vruchten zoals de hazelaar. Kleurrijk en divers groen draagt bij aan een beter welbevinden van mensen. Diversiteit in leeftijd is belangrijk voor het duurzaam in stand houden van het bomenbestand. Een gevarieerd bomenbestand verkleint de negatieve effecten van boomziektes zoals de essentaksterfte en vermindert plagen zoals de eikenprocessierups. Een graadmeter om te toetsen voor diversiteit in het areaal bomen is de Santamour 10-20-30 regel3. Deze richtlijn is niet alleen als gemiddelde voor een hele gemeente of wijk te hanteren, maar ook op kleinere schaal in lanen en boomgroepen. Met bomen van verschillende leeftijden voorkomen we jaren met grote uitval. Dit kan bereikt worden door jaarlijks een bepaald percentage te vervangen. Bovendien is het gunstig omdat we hiermee het voor vervanging van bomen beschikbare budget spreiden. Bij vervanging van bomen worden op basis van onderstaande checklist geschikte soorten gekozen. Het gebruik van de checklist ondersteunt bij het kiezen van de juiste boom op de juiste plaats.
Boom draagt bij aan biodiversiteit door bloeiwijze, bloeitijd etc. |
|
In ecologische zones: bij de aanplant/herplant kiezen voor bomen met een waardering 3 of 4 voor hun biodiversiteits-waarde. (Bron: register Ecologische bomen.) https://repository.officiele-overheidspublicaties.nl/externebijlagen/exb-2024-8930/1/bijlage/exb-2024-8930.pdf In ecologische zones kiezen voor autochtoon plantmateriaal. |
|
|
|
Tabel 1. Checklist vervanging bomen
Afb 10 . Onjuiste boomkeuze. Floresstraat Tulpenboom, boom 1e grootte, eindhoogte 25 – 35 m.
6.1. Samenstelling bomenbestand
De gemeente Oegstgeest heeft ruim 13.600 bomen geregistreerd staan in haar systeem. De gemeente is eigenaar van circa 13.130 bomen en heeft hiervoor de zorgplicht. De overige bomen zijn in beheer bij derden. Het boombestand is gevarieerd en bevat 267 verschillende soorten (Zie bijlage 3). Het doel is om het aantal soorten te laten toenemen om de biodiversiteit te versterken.
Circa 80% van het boombestand, bestaat uit onderstaande soorten. Maximaal 20% mag hetzelfde geslacht zijn. Tilia komt het meest voor en maakt circa 11% uit van het bomenbestand. Maximaal 10% van het bomenbestand mag van dezelfde soort zijn. De meest voorkomende boom is Quercus robur, deze komt 1061 keer voor, dit is circa 8% van het bestand. Volgens de regel van Santamour kent het bestand daarmee voldoende variëteit.
Tabel 2, Grafiek 1: Boomsoorten Oegstgeest
Tezamen met het landschappelijke groen rondom Oegstgeest vormen de bomen, tuinen, plantsoenen en parken in het dorp een ecologische groenstructuur. De door het landschap bepaalde cultuurhistorische structuren lopen via wegen en groenstructuren in het dorp door. Deze structuren willen we bij nieuwe boomaanplant versterken met goed gekozen soorten. In bijlage 3 is een totaaloverzicht opgenomen van de voorkomende boomsoorten in Oegstgeest.
De gemeente moet een schone, hele en veilige buitenruimte waarborgen waarbij voldaan wordt aan de wetgeving. Het waarborgen van technisch goede en gezonde groenvoorzieningen is hierbij het uitgangspunt. In Oegstgeest hanteren wij een basis beheerkwaliteit, kwaliteitsniveau B conform CROW normen ook voor bomen. Dit betekent dat enige onkruidgroei, zwerfvuil en schades getolereerd worden. Het uitgangspunt is “Sober en doelmatig maar met behoud van kwaliteit”.
In 2020 is een eerste Gedragscode soortbescherming gemeenten goedgekeurd. Begin 2024 is een nieuwe versie (versie 2023) beschikbaar, waarin een aantal aanpassingen zijn gedaan. In de gedragscode staan regels die beschrijven op welke manier schade aan beschermde dieren en planten zoveel mogelijk voorkomen kan worden bij het uitvoeren van activiteiten. Voor bepaalde beschermde soorten zijn soortenstandaards opgesteld met te nemen maatregelen. Indien er schadelijke effecten op bepaalde soorten zijn te verwachten door onderhoudswerkzaamheden moeten er preventieve maatregelen worden genomen om die schade te voorkomen. De voorloper van deze gedragscode, genaamd Gedragscode bestendig beheer en onderhoud van Vereniging Stadswerk is door gemeente Oegstgeest van toepassing verklaard (Collegebesluit 18 april 2017). Met het vaststellen van dit boombeleidsplan, wordt de Gedragscode soortbescherming 2023 van toepassing verklaard.
6.4. Boomveiligheidscontrole (BVC)
Als boomeigenaar heeft de gemeente een zorgplicht. De eigenaar moet zorgen voor goed beheer met als resultaat veilige, gezonde en mooie bomen. Als de gemeente dit nalaat, kan ze aansprakelijk worden gesteld bij eventuele schade of letsel. Goed beheer kan worden aangetoond door stelselmatig het bomenbestand te inspecteren en de uitkomsten vast te leggen in een rapportage of beheersysteem. De Boomveiligheidscontrole doen wij door methode Visual Tree Assessment (VTA) te gebruiken. De VTA is een boomveiligheidscontrole waarbij (interne) gebreken ontdekt worden aan de hand van een visuele controle van de boom. Jaarlijks wordt een derde deel van Oegstgeest gecontroleerd, ca 4.300 bomen. In drie jaar tijd is zo het volledige boombestand gecontroleerd. Waar nodig worden maatregelen getroffen. Deze kunnen bestaan uit: het verwijderen van dood hout, het kappen van de boom, een nader onderzoek laten uitvoeren of de boom intensiever (jaarlijks) controleren. Een voorbeeld van dit laatste is de Jan Wolkersboom bij de ijsbaan.
Door de VTA inspecties kunnen risico’s tijdig worden ingeschat en mogelijke problemen worden voorkomen. Bomen zijn echter levende organismen, ook met VTA inspectie is de gezondheid en stabiliteit niet altijd te voorspellen. VTA controles kunnen daarom niet als garantie worden gezien. Het reguliere snoeiprogramma wordt aan de VTA inspecties gekoppeld. Hierdoor kan er meer planmatig worden gewerkt.
In de gemeente Oegstgeest staan veel bomen in een laanstructuur. Kenmerk van lanen is dat zij bestaan uit bomen die op regelmatige afstand van elkaar langs een weg staan. Meestal is er eenheid in soort en sprake van een gelijkmatige leeftijdsopbouw. Het beheer van lanen verschilt wezenlijk van het beheer van solitaire bomen omdat uitval van bomen in een laan directe invloed kan hebben op het laanbeeld. Wanneer de bomen in een laan in de jeugdfase of halfwasfase uitvallen kunnen bomen worden vervangen zonder dat het beeld uiteindelijk drastisch verandert.
In de volwassen fase is het vaak beter individuele uitgevallen bomen niet te vervangen omdat het laanbeeld nauwelijks verandert en jonge bomen doorgaans geen mogelijkheid hebben tot volle wasdom te komen. Meestal benutten de naburige bomen de extra groeiruimte en zijn de ‘gaten’ nauwelijks meer waar te nemen. In de aftakelingsfase vallen er vaak grotere gaten in een laan, omdat meerdere bomen uitvallen. Vaak geeft het individueel verjongen van zo’n laan dan een zeer rommelig en onsamenhangend beeld. Als het behouden van een laan belangrijker is dan het behoud van individuele bomen is het beter de laan in één keer te verjongen.
6.6. Bomen in natuurlijke omgeving
Bomen in recreatiegebieden, parken en groenzones hebben meer natuurlijke groeiomstandigheden dan laanbomen. Deze bomen willen we zoveel mogelijk hun gang laten gaan zonder ingrepen als snoeien. In samenhang met een struik- en kruidlaag zijn dit vaak plekken die kansen bieden voor een grote biodiversiteit. Vaak zijn hier verschillende boomsoorten door elkaar aangeplant waarbij de ene soort snel groeit en de andere soort langzaam. Langzaam groeiende soorten zijn veelal duurzame bomen die zeer oud kunnen worden. Soms is het nodig om na vele jaren de snelgroeiende soorten te verwijderen om zo de langzaam groeiende soorten de ruimte te geven verder uit te groeien tot hun volwassen maat. Voorbeelden hiervan zijn de bomen in de plantsoenen aan de Aert van Neslaan en aan de Louise de Colignylaan. Om hier duurzame bomen als eiken, iepen en lindes ruimte te geven verder uit te groeien zijn sommige andere bomen verwijderd.
Diverse boomsoorten, met name windbestuivers zoals els en berk, produceren pollen die allergische reacties (hooikoorts) kunnen oproepen. De gemeente kapt geen bomen vanwege klachten die samenhangen met dergelijke reacties. Hiervoor is gekozen omdat uit wetenschappelijk onderzoek is gebleken dat het vellen van overlast gevende houtopstanden geen enkel positief effect heeft. Overlast gevende pollen verspreiden zich over meerdere kilometers door middel van wind. Het aantal pollen lokaal in de lucht wordt door kap slechts in zeer beperkte mate verminderd, omdat in de wijde omgeving van Oegstgeest grote aantallen windbestuivers voorkomen.
Gemeentelijk groen en bomen zijn aangeplant om het algemeen belang te dienen. Bomen leveren op meerdere gebieden een positieve bijdrage aan de uitstraling van de gemeente Oegstgeest en het leefgenot van haar inwoners. Deze inwoners kunnen echter ook overlast ervaren van de aanwezige bomen. Regelmatig ontvangt de gemeente verzoeken van inwoners om bomen te snoeien of te kappen. De gemeente stelt zich terughoudend op in het nemen van maatregelen bij individuele klachten. Uitgangspunt is dat een gezonde boom blijft staan en dat er geen ingrijpende maatregelen worden uitgevoerd aan/in de boom zoals snoeien en kappen. Om de groene kwaliteit van de gemeente te kunnen behouden zullen inwoners zowel de lasten als de lusten moeten accepteren van het openbaar groen.
Uitgangspunt bij klachten en meldingen is altijd het behoud van de bomen waarbij de waarde van de boom en de ernst van de klacht moeten worden afgewogen. Hinder van bijvoorbeeld vogelpoep, bladval in de tuin of dakgoot, bessen of vruchten die in de tuin of op de stoep of auto terecht komen, stuifmeel en pluizen die hinderlijk zijn, schaduw of luizen is geen reden om de boom te kappen of te snoeien, evenmin als de wens een inrit aan te leggen. Wel neemt de gemeente andere gepaste maatregelen om de overlast te verminderen. In bijlage 4 is voor de meest voorkomende klachten aangegeven welke maatregelen de gemeente zal nemen.
De gemeente hecht grote waarde aan het verduurzamen van de energievoorziening. Tegelijkertijd wordt er grote waarde toegekend aan de groen- en bomenstructuren binnen de gemeente. In het geval van verzoeken omtrent het verwijderen of snoeien van bomen vanwege plaatsing/verminderde opbrengst van zonnepanelen, raken deze beleidslijnen elkaar en kunnen dan als conflicterend worden ervaren
Schaduwvorming op zonnepanelen is steeds vaker een punt van discussie met bewoners. Uitgangspunt ook bij deze klacht is altijd het behoud van de bomen. De waarde van de boom en de ernst van de klacht moeten worden afgewogen. Binnen de gemeente gaat in bestaande situaties de bestaande boom voor. Bij nieuwbouwsituaties wordt bij de inrichting van de openbare ruimte altijd een zorgvuldige afweging gemaakt tussen de aantallen, locaties en soorten aan te planten bomen in relatie tot de aanwezigheid en/of komst van zonnepanelen. Uit oogpunt van klimaatadaptatie of borging van een groene omgeving met een aangename verblijfskwaliteit, kan het zijn dat de aanplant van bomen prioriteit heeft boven aanwezige en/of toekomstige zonnepanelen. Dit werkt ook omgekeerd; als de aanwezigheid/komst van zonnepanelen prevaleert boven het groene karakter van de straat, zal qua aantal, locatie en boomsoort rekening gehouden worden met de aan te planten bomen.
Afb 11. Rhijngeesterstraatweg , eikenlaan van ca. 100 jaar oud
7.1. Groene kaart en bomenlijst
Voor alle ’boomgebieden’ die het gemeentebestuur op de Groene Kaart heeft aangewezen, kunnen particulieren, en ook de overheid zelf, voortaan niet zomaar meer bomen of struiken kappen. Hiervoor is altijd een kapvergunning nodig. De Groene Kaart, en een lijst van 613 beschermwaardige bomen die Oegstgeest al in 2021 opstelde, zijn opgenomen in de Verordening Fysieke Leefomgeving.
\\https://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR702100
We onderscheiden twee beschermingscategorieën. Categorie A zijn bomen op lijst van Monumentale en waardevolle bomen. Categorie B zijn bomen op de Groene kaart.
De Groene Kaart toont groenstructuren die veel meerwaarde hebben voor het dorp. Denk aan een mooi beplante laan of aan bomenrijen die parken met elkaar verbinden en zo migratieroutes creëren voor vogels en andere dieren. Ook voor het kappen van bomen die geplant zijn vanuit een herplantplicht en voor hakhout is nu een kapvergunning (omgevingsvergunning tot vellen) nodig.
Oegstgeest heeft in 2021 een lijst met monumentale en waardevolle bomen geactualiseerd en vastgesteld. Deze bomen genieten extra bescherming. Deze kunnen zowel in particuliere tuinen als in openbaar gebied staan. De geregistreerde bomen hebben herdenkingswaarde of zijn bijzonder bijvoorbeeld vanwege de ouderdom, soort of locatie. Ook jongere bomen maken kans op de lijst te komen als waardevolle boom vanwege de toekomstige monumentale waarde. Bij actualisatie van de lijst wordt geïnventariseerd welke bomen hiervoor in aanmerking komen. Op deze wijze is ook in de toekomst een waardevol bomenbestand gewaarborgd. Aan de hand van criteria worden potentiële bomen door een gespecialiseerd boomdeskundige beoordeeld. Dit wordt meegenomen bij de driejaarlijkse inspectie van de bomen (BVC controle). Redenen voor opname in het register van beschermwaardige bomen zijn:
- •
- •
- •
- •
Bij een herinrichting kijken we welke status de betrokken bomen hebben. Voor de planvorming worden conditie en toekomstverwachting van de bomen geïnventariseerd. De beheerder bepaalt welke bomen gehandhaafd moeten blijven en welke bomen eventueel vervangen.
Monumentale en beeldbepalende bomen (categorie A) zijn leidend in het ontwerp. Deze bomen hebben een dusdanige waarde dat duurzaam behoud het uitgangspunt is. Tijdens de werkzaamheden worden de beschermingsmaatregelen genomen die voortvloeien uit de BEA. Verplaatsen van een categorie A boom kan alleen als dit mogelijk is met duurzaam behoud van de boom.
Bij overige bomen op de Groene kaart bepalen de locatie en het soort werkzaamheden in combinatie met de vitaliteit en toekomstverwachting van de bomen of deze kunnen blijven staan. Bij een herinrichting wordt bij categorie B bomen alleen geïnvesteerd in bomen die bij een BEA een minimale levensverwachting hebben van 10-15 jaar.
Als houtopstanden verdwijnen kan een herplantplicht opgelegd worden voor bomen en andere houtopstanden, zoals bosplantsoen, hakhout, lintbegroeiing.
Wanneer een boom niet behouden kan blijven op zijn huidige locatie, wordt bij de BEA indicatief onderzocht of hij verplantbaar is. Het onderzoek voor de BEA richt zich hierbij met name op de boomsoort, conditie en omvang van de boom en het wortelgestel.
Na een positief verplantadvies vanuit de BEA is de vervolgstap om na te gaan of het verplanten technisch mogelijk en duurzaam verantwoord is. De minimale voorwaarde om te verplanten is dat de boom een toekomstverwachting heeft van zeker 15 jaar. Alleen voldoende vitale bomen maken een redelijke tot goede kans om het verplanten te overleven. Daarbij komt dat bij het verplanten ook de kroon van de boom zoveel mogelijk moet worden gehandhaafd.
Complicerende factoren voor het verplanten van bomen zijn vaak de grote kabels en leidingen in de grond die tussen de wortels liggen waardoor meestal een aanzienlijk deel van de wortels geamputeerd moet worden. In het verplantbaarheidsonderzoek wordt onderzocht of de boom voorbereid moet worden op het verplanten. Dit is soms een voorwaarde voor het goed kunnen aanslaan van een boom op de toekomstige plek. Het voorbereiden moet in sommige gevallen al enkele jaren voor het verplanten van de boom worden gedaan. De wortelkluit van de boom wordt daarbij rondgegraven en ‘geprepareerd’. Door deze manier van ‘voorbereiden’ krijgt de boom de tijd om nieuwe fijne haarwortels aan te maken wat de slagingskans van het verplanten aanzienlijk vergroot. In sommige gevallen kan de voorbereidingstijd worden overgeslagen en kan met een verplantschop worden gewerkt. Dit is een grote grijpschop op een kraan die de boom in een keer van zijn plek schept. Bij de aanwezigheid van kabels en leidingen is deze laatste methode gecompliceerd. Ook moet de boom en de kluit van de boom geschikt zijn voor deze methode. De laatste uitdaging vormt het transport door de gemeente. Grote wortelkluiten en brede boomkronen vereisen bijzonder vervoer. Bij verplanting van bomen moet daarom ook goed worden nagedacht over de financiële consequenties, dit moet transparant worden gemaakt zodat een zorgvuldige besluitvorming kan plaatsvinden.
De kosten voor het goed verplanten van een boom zijn verschillend en afhankelijk van veel condities. Het vraagt om maatwerkonderzoek per project. Het doel is dat een boom na het verplanten op de nieuwe locatie en drie jaar nazorg goed groeit en zonder zorgen beheerd kan worden. De kosten voor de voorbereiding, verplanten en nazorg zijn onder andere afhankelijk van de grootte, de conditie, en het aantal te verplanten bomen. De eenvoudigste manier waarbij gewerkt wordt met een verplantschop kost in het gunstigste geval zo’n €2.500 per boom. Het verplanten van een grote bijzondere boom kan zo maar €75.000 kosten. Als gemeente nemen we als richting voor besluitvorming op dat de kosten van het verplanten van een goede gezonde volwassen boom niet meer dan €20.000 per boom kost inclusief voorbereiding en nazorg. Alleen voor het verplanten van uitzonderlijke of bijzondere bomen worden hogere bedragen uitgegeven
Een herplantplicht kan worden opgelegd indien houtopstanden verdwijnen door een ruimtelijke ontwikkeling. De herplantplicht geldt bij ruimtelijke projecten van de eigen gemeente en projectontwikkelaars. De herplant vindt plaats volgens de vervangingsladder:
Grafiek 2: Vervangingsladder: bomen
We stellen boombehoud voorop (zie 7.3), als dit niet mogelijk is, hanteren we de volgende regels voor compensatie door herplant:
Aantal te herplanten bomen. Stamomtrek 18 – 20cm op 1 m hoogte. Boomsoort te kiezen uit de soortenlijst4van de gemeente en in overleg met groenbeheerder van de gemeente. Zie bijlage 6. |
|
Tabel 3: Herplant bomen op basis van leeftijd
Het boombeleid is erop gericht om de kwaliteit van het bomenbestand te verbeteren. Nieuw aan te planten bomen dienen een groeiplaats te krijgen conform de richtlijnen uit de LIOR. Verder stellen we als eis dat de standplaats van de vervangende bomen gelijkwaardig of beter is dan de standplaats van de te kappen bomen. Bijvoorbeeld een solitaire eik van 65 jaar in een park, mag niet vervangen worden door 9 laanbomen. Is het niet mogelijk om de 9 bomen in het park te herplanten dan volgt (gedeeltelijke) financiële compensatie.
Tabel 4: Herplant bomen op basis van kwaliteit
Nieuw aan te planten bomen dienen een gelijkwaardige of betere biodiversiteit(s)waarde te hebben dan de te kappen boom. De biodiversiteitswaarde van bomen kan gevonden worden in het Register Ecologische Bomen.
(https://repository.officiele-overheidspublicaties.nl/externebijlagen/exb-2024-8930/1/bijlage/exb-2024-8930.pdf)
Bij (ruimtelijke) ontwikkelingen door derden die ten koste dreigen te gaan van aanwezige houtopstanden als bosplantsoen, hakhout of struweel dan wordt in eerste instantie gezocht naar een oplossing binnen het project om de hoeveelheid groen in stand te houden. Het beleidsplan Groen en Water heeft als uitgangspunt behoud en versterken van het groenareaal.
Als het aantasten van groen niet kan worden voorkomen en er is sprake van een zwaarwegend maat-schappelijk belang, dan vraagt de gemeente om het groenverlies te compenseren. Er is sprake van een zwaarwegend maatschappelijk belang bij bijvoorbeeld de uitbreiding van een ziekenhuis of de aanleg van een hoofd-infrastructurele ontsluiting (hoofdverkeersweg, hoofdriool, hoofdgasleiding etc.).
Een door de gemeente goedgekeurd boomcompensatieplan dient te worden ingediend bij de aanvraag voor een vergunning.
Wordt een herplantplicht opgelegd, dan moet de herplant gerealiseerd zijn als het project wordt opgeleverd. De bomen die worden aangeplant, krijgen een nazorgperiode van 3 jaar.
Indien een houtopstand niet fysiek gecompenseerd kan worden volgens de vervangingsladder is de initiatiefnemer verplicht om het verdwenen groen financieel te compenseren. Het is ook mogelijk om de bomen en overige houtopstanden deels fysiek en deels financieel te compenseren.
Indien een financiële compensatie aan het vellen van een houtopstand is verbonden, mag de houtopstand pas worden geveld nadat de opgelegde financiële compensatie in het groencompensatiefonds is gestort.
In het beleidsplan Groen en Water is vastgelegd dat een groencompensatiefonds zal worden ingesteld. Dit fonds is in artikel 3.105 lid 2 en 3 van de Verordening fysieke leefomgeving 2024 opgenomen. In dit groencompensatiefonds wordt de financiële compensatie voor houtopstanden zoals in dit Bomenbeleidsplan beschreven gestort. Dit is de eerste stap in de uitwerking van groencompensatie. Een tweede stap zal volgen bij een update van het beleidsplan Groen en Water. Dan zal worden uitgewerkt hoe het overige groen (bijvoorbeeld gazons of vaste planten) moet worden gecompenseerd.
Voor het vaststellen van het compensatiebedrag voor bomen wordt de methode NVTB, richtlijnen 2022 toegepast. Dit is een rekenmodel voor boomwaarde dat is ontwikkeld door de Nederlandse Vereniging van Taxateurs van Bomen. Het rekenmodel boomwaarde is op dit moment geaccepteerd als juridisch de meest aanvaardbare methode om de waarde van bomen te bepalen.
In het geval van deels fysieke en deels financiële compensatie, is de financiële compensatie naar rato van het aantal niet geplante bomen. Voorbeeld: een eik wordt vervangen door zes bomen. Twee bomen kunnen in het plangebied gerealiseerd worden en vier niet. Dan is de financiële compensatie 66,7 % van de taxatiewaarde.
De financiële compensatie voor te vellen hakhout, bosplantsoen en struweel met een minimale oppervlakte van 100 m2 en een natuurlijke groeihoogte van > 2 meter, bedraagt € 26,50 per m2 (peildatum 2024, jaarlijks te indexeren met de GWW kostenindex Grond Weg en Waterbouw (2015 = 100).
Ook claims volgend uit schadetaxaties en geldboetes in het kader van de handhaving als gevolg van toegebrachte schade aan een gemeentelijke houtopstand en illegale kap worden gestort in het boom-compensatiefonds.
Onttrekkingen uit boomcompensatiefonds
Het compensatiefonds, de Reserve groenvoorziening, is bedoeld om de kwaliteit van het bomenbestand en overig groen in de gemeente te vergroten. De gemeente besteed dit geld naar eigen inzicht binnen een jaar of oormerkt het geld. Doelen waaraan deze gelden besteed mogen worden zijn de volgende:
- •
- •
- •
- •
- •
De gemeenteraad is bevoegd tot het nemen van besluiten voor uitgaven/ onttrekking uit de Reserve groenvoorziening. Verantwoording over de uitgaven vindt plaats via de reguliere planning- en control cyclus.
Bepaalde bomen worden extra beschermd. Voor alle bomen geldt dat voorafgaand aan werkzaamheden in de directe omgeving van de boom in overleg met de groenbeheerder een Bomen Effect Analyse (BEA) wordt opgesteld. Bij werkzaamheden waarbij een te behouden boom potentieel bedreigd wordt, moeten beschermingsmaatregelen worden genomen. Deze maatregelen zijn opgenomen in hoofdstuk 2 van het Handboek Bomen en de daarbij horende Bomenposter ‘Werken rond bomen’. Voor aanvang van de werkzaamheden dient tijdig een Boom Effect Analyse (BEA) overlegd te worden aan de beheerder groen van de gemeente.
7.7.1. Boom Effect Analyse (BEA)
De BEA dient inzicht te geven in de centrale vraag of ‘de te behouden boom binnen het project in zijn huidige verschijningsvorm en op deze standplaats duurzaam gehandhaafd kan worden’ en op welke manier eventuele nadelige gevolgen kunnen worden voorkomen of beperkt. Een BEA moet gemaakt worden door een gecertificeerd European Tree Technician of iemand met aantoonbaar vergelijkbare kennis en ervaring volgens de eisen volgens CROW / Bomenstichting worden gesteld.
Bij graafwerkzaamheden door de eigen dienst of door derden zijn de randvoorwaarden in het Handboek Bomen en bijbehorende Bomenposter ‘Werken rond bomen’ van toepassing.
De gemeente stelt als aanvullende eis dat een European Treeworker of vergelijkbaar aanwezig is bij graafwerkzaamheden.
Er zijn veel (soms conflicterende) wensen en eisen in de openbare ruimte. Voor een goede en integrale afweging hanteren we de uitgangspunten en richtlijnen uit de LIOR:
7.7.3. Ophogingen en aanbrengen verhardingen
De uitvoering van werkzaamheden rond bomen dient zodanig plaats te vinden dat sprake is van het waarborgen van een verantwoorde inpassing van de te handhaven boom. Een belangrijk aandachtspunt hierbij is de ophoging van de bodem en het aanbrengen van een verharding op het bestaande maaiveld. We hanteren als uitgangspunt dat dit niet gebeurt binnen de kroonprojectie van een boom. Dit kan leiden tot een bedreiging van de duurzame instandhouding van de boom. In LIOR is het volgende vastgelegd: “In het ontwerpstadium dient bekend te zijn wat de definitieve ophoging van het terrein zal zijn i.v.m. de gevolgen voor de te handhaven bomen en beplanting. Bij te handhaven bomen mag de maximale ophoging binnen de kroonprojectie, zonder voorzieningen niet meer bedragen dan 0,10 m. Met speciale voorzieningen (beluchting, bomenzand 500 μm) mag de ophoging niet meer bedragen dan maximaal 0,20 m, e.e.a. in overleg met de groenbeheerder. Deze werkzaamheden zijn alleen toegestaan met toestemming van gemeente Oegstgeest en dienen gebaseerd te zijn op adviezen uit de BEA. Intern moeten we borgen dat bij het verlenen van een omgevingsvergunning hier voldoende aandacht aan wordt besteed.
In de uitvoeringsfase eist de groenbeheerder start en stopmomenten ingepland met de toezichthouders voor het aanbrengen van grond en het leveren en planten van beplanting. Bij (zeer) waardevolle bomen is het van belang dat het toezicht (mede) geschiedt door een European Treeworker, een European Tree Technician of iemand met aantoonbare kennis en ervaring. Bij werkzaamheden rondom bomen wordt de groenbeheerder tijdig geïnformeerd.
Afb 13. Josephine Kosterpad, rij zuiliepen Ulmus ‘Columella’
8. Communicatie en participatie
Bewoners zijn zeer betrokken bij hun directe leefomgeving. Bomen zijn hiervan een belangrijk onderdeel. Door bewoners regelmatig te informeren over onderhoudswerkzaamheden, ziektebestrijding en boomveiligheidscontroles worden zij zich meer bewust van wat er nodig is om een kwalitatief hoogwaardig bomenbestand in stand te houden. En door hen te betrekken in de keuze van nieuwe bomen ontstaat meer draagvlak voor de noodzaak tot vervanging ervan.
Door uit te leggen waarom werkzaamheden wel of juist niet worden gedaan kweken we begrip en draagvlak voor het bomenbeleid. Dit doen we door de gemeentelijke website actueel te houden, regelmatig stukjes te plaatsen in lokale media en omwonenden te informeren als er in de buurt werkzaamheden plaats vinden aan bomen. Dit is een samenwerking tussen team Beheer en Onderhoud en team Communicatie.
Om het belang van bomen te benadrukken zal met enige regelmaat een artikel over een bijzondere boom in Oegstgeest in de lokale media geplaatst worden. Hierdoor kan meer begrip ontstaan voor de bijzondere waarde die bomen hebben. Team communicatie werkt hierin samen met boomdeskundigen en boomliefhebbers uit ons dorp.
Het belang van bomen is niet voor iedereen vanzelfsprekend. In particuliere tuinen zien we steeds minder ruimte voor groen en bomen. Een actie om het planten van bomen in particuliere tuinen te promoten kan bijdragen aan een nog boomrijker Oegstgeest. Dit wordt uitgewerkt in samenwerking tussen beleidsmedewerkers groen en duurzaamheid. Door voorlichting via de website en lokale media worden bewoners en andere stakeholders geïnformeerd hoe zij zelf kunnen bijdragen aan een groene omgeving.
Het uitgangspunt ‘Kwaliteit boven kwantiteit’ zou voor bewoners meer concreet gemaakt moeten worden. We moeten beter uitleggen dat wij met herplanten of compensatie er naar streven om met de nieuwe bomen hetzelfde aantal ecosysteemdiensten te leveren als door de verwijderde bomen werd geleverd. Dit kan betekenen dat het aantal bomen minder is, maar de geleverde ecosysteemdiensten hetzelfde blijven of zelfs meer worden.
De kern van de Oegstgeester Toekomstvisie 2020 is: ‘De samenleving aan zet’. De gemeente Oegstgeest vindt het belangrijk om meer samen te werken met de omgeving. Inwoners, bedrijven, verenigingen en organisaties worden als partner gezien bij het opstellen en uitvoeren van plannen. Waar mogelijk wordt de omgeving in een vroeg stadium betrokken, zodat deze binnen kaders kan meedenken en meebeslissen. De gemeente gebruikt hiervoor het platform Doe Mee Oegstgeest.
Het aanplanten en vervangen van bomen op een specifieke locatie betreft vaak een complexe afweging om tot een integrale beslissing te komen. Kaders zijn onder andere de gewenste regelmaat van een laanbeplanting, de beschikbare ondergrondse en bovengrondse groeiruimte, de eisen vanuit biodiversiteit, klimaatadaptatie en de verkeersveiligheid. De Leidraad Participatie Oegstgeest geeft aan dat in dit soort complexe situaties geen tot weinig ruimte is voor participatie. Bewoners kunnen wel betrokken worden bij de soortkeuze van bomen. Bij het vervangen van bomen maakt de gemeente een voorselectie van bomen die geschikt zijn voor een bepaalde locatie (Zie 5.6 checklist Juiste boom - juiste plaats). De direct omwonenden mogen waar mogelijk meebeslissen welke soorten worden terug geplant. Soms zijn er meerdere mogelijkheden voor de herplaatsing van bomen. In die situaties worden via het platform Doe Mee Oegstgeest meerdere ontwerpen getoond en kunnen bewoners meepraten en hun voorkeur kenbaar maken.
Bewoners en organisaties zijn soms ook actief in het beheer van openbaar groen. De gemeente Oegstgeest hanteert hierbij het uitgangspunt dat de bomen in de openbare ruimte door de gemeente zelf worden onderhouden. De gemeente huurt hiervoor specialisten in die voldoen aan de Europese standaard boomzorg (European Tree Worker). Het gaat dan niet alleen om kennis en ervaring, maar ook over de beschikbaarheid van materieel en de bevoegdheid om hiermee te werken. Verkeerd beheer kan blijvende schade veroorzaken, dat willen we voorkomen.
Burgers kunnen wel op andere wijze een bijdrage leveren. De wilgen in het Vroege Vogelspark worden geknot door vrijwilligers en bewoners zijn actief bij de aanplant en het onderhoud van boomspiegels, bijvoorbeeld in de Regentesselaan, Grunerielaan en Juffermansstraat Om de maatschappelijke betrokken-heid te vergroten worden bewoners aangemoedigd de kwaliteit van het groen in hun eigen straat te vergroten.
Tijdens de jaarlijkse boomfeestdag planten we samen met leerlingen bomen. Op de scholen wordt daarbij onder begeleiding van medewerkers van het Milieu Educatiecentrum aandacht besteed aan groen en bomen aansluitend op het jaarthema.
Een boom (of structuur) wordt vervangen als regulier onderhoud niet voldoende blijkt te zijn om te overleven, of als het oplappen met onderhoudsmiddelen niet meer zinvol wordt geacht. In de BBV (Besluit, begroting en verantwoording) moeten 'bomen' worden gekapitaliseerd en afgeschreven. Op basis van een theoretische levensduur kan het jaarlijks benodigde budget worden vastgesteld. Daadwerkelijke vervanging hangt af van de actuele kwaliteit die wordt vastgesteld door een deskundige. Meestal wordt aan de hand van inspecties de feitelijke vervangingsnoodzaak bepaald.
De omlooptijd van een boom is per boom verschillend en afhankelijk van meerdere factoren zoals:
- •
- •
Om de theoretische vervangingsopgave van het bomenbestand te berekenen wordt gerekend met een gemiddelde levensduur voor bomen in het stedelijk milieu van 40 jaar. Onderstaande tabel laat de theoretische vervangingsopgave zien voor het bomenbestand van Oegstgeest.
Tabel 5: Theoretische vervangingsopgave
De vervangingskosten van een boom kunnen erg verschillen. Met name de groeiplaatsinrichting is bepalend. Voor de vervangingskosten van bomen in meer natuurlijke groeiplaatsen als gazon en plantsoen is gerekend met gemiddeld € 1700,- per boom. Bij een groeiplaats in verharding, waarbij een aanzienlijk aantal m3 grond moet worden uitgewisseld lopen de kosten per boom op tot gemiddeld € 3500 Het jaarlijks op te stellen uitvoeringsplan vervangen van bomen wordt gebaseerd op de technische conditie van de bomen (NEN-meting), beschikbaar budget, (financiële ruimte in) integrale projecten en prioriteiten.
Door de acties en maatregelen uit 9.2 willen we de omlooptijd van ons bomenbestand verlengen. De bomen gaan langer mee, geven minder overlast en het beheer blijft ook op lange termijn betaalbaar. De meeste maatregelen zijn van toepassing bij aanplant van nieuwe bomen. Het effect zal pas na meerdere jaren waarneembaar zijn.
De gemiddelde levensduur van bomen kunnen we verhogen door de richtlijnen uit het bomenbeleid toe te passen. Met een lagere omloopsnelheid per boom, zal ook het benodigde theoretische vervangingsbudget lager zijn. Om dat te kunnen bereiken hanteren we de volgende uitgangspunten:
Kwaliteit voor kwantiteit door toepassing van de juiste boom op de juiste plaats.
- •
- •
- •
- •
- •
- •
- •
- •
- •
Vanuit duurzaamheidsoverwegingen bezuinigen we bij nieuwe bomen niet op de inrichting van de groeiplaatsen of op de kwaliteit van het plantmateriaal. Wanneer we investeren in een duurzame inrichting van de groeiplaats kunnen we de omlooptijd van ons bomenbestand verlengen.
Belangrijke onderdelen van het bomenbeleid zijn houdbaarheid en duurzaamheid van het bomenbestand. De bomen die we nu aanplanten zijn tenslotte voor volgende generaties. De vervangingstijd bij bomen in stedelijk gebied ligt nu gemiddeld op 40 jaar. Dit betekent dat de gevolgen van het bomenbeleid zeer geleidelijk merkbaar zijn. Toch kunnen we ook op korte termijn resultaten bereiken met ons boombeleid. De resultaten van het bomenbeleid zijn daarom verdeeld in effecten op korte termijn en lange termijn.
- •
- •
- •
- •
Minder schade bij werkzaamheden rondom bomen. De openbare ruimte wordt ingericht en gebruikt door verschillende disciplines. In de praktijk zal blijken dat de wensen vanuit het boombeheer kunnen botsen met andere belangen zoals verkeer, parkeren en kabels en leidingen. Uitgangspunt is om binnen de aanwezige mogelijkheden de omstandigheden voor de bomen zo optimaal mogelijk te maken uitgaande van de richtlijnen in het Handboek Bomen en de LIOR.
- •
- •
- •
- •
Dit plan heeft een looptijd van circa 5 jaar. Een nieuw boombeleidsplan zal waarschijnlijk in 2030 nodig zijn. Het is wenselijk om jaarlijks de voortgang op de gewenste effecten te bespreken.
Bijlage 1: Wijzigingen ten opzichte van Boombeleidsplan 2018
Bijlage 2: Visiekaart Groen-Blauwe structuren 2024
Bijlage 3: Boomsoorten in Oegstgeest
Bijlage 4: Omgaan met klachten
Bijlage 5: Lijst monumentale en beeldbepalende soorten.
Bijlage 6: Keuzelijst boomsoorten Oegstgeest
Bijlage 7: Beoordelingsformulier kapvergunningen (versie januari 2018).
Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van Oegstgeest op 27 maart 2025.
de griffier
de voorzitter
Bijlage 1. Wijzigingen tov Boombeleid 2018
Bijlage 4. Omgaan met klachten
Bijlage 5. Lijst monumentale en beeldbepalende bomen
De bomenlijst met Monumentale en Waardevolle houtopstanden is te vinden op:
Bijlage 7. Beoordelingsformulier kapvergunningen (versie januari 2018)
Beoordelingsformulier kapvergunningen
Beschikbare bovengrondse groeiruimte |
|||
Bijlage bij beoordelingsformulier kapvergunningen. Toetsingscriteria E. Boombelang