Bekendmaking
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
- b.
- c.
- d.
- e.
- f.
-
g.
Onderneming met privaatrechtelijke rechtspersoonlijkheid, niet zijnde een personenvennootschap met rechtspersoonlijkheid, waarin de gemeente, al dan niet tezamen met een of meer andere publiekrechtelijke rechtspersonen, in staat is het beleid te bepalen of een onderneming in de vorm van een personenvennootschap, waarin een publiekrechtelijke rechtspersoon deelneemt.
-
h.
Netto schuld: bruto schuld minus de omvang van de geldelijke bezittingen die niet zijn ingezet voor de publieke taak. Onder bruto schuld wordt verstaan het totaal van langlopende leningen, kortlopende schulden, crediteuren en overlopende passiva. Onder geldelijke bezittingen die niet zijn ingezet voor de publieke taak wordt verstaan het totaal van langlopende uitzettingen, vorderingen, liquide middelen en overlopende activa.
- i.
-
j.
Onbenutte belastingcapaciteit:
Gemeenten kunnen financiële hulp van het Rijk volgens artikel 12 Gemeentewet krijgen als hun OZB-tarief zich op 120% of hoger bevindt ten opzichte van het gewogen landelijk gemiddelde. De ruimte tussen de werkelijke opbrengst en deze 120% heet de onbenutte belastingcapaciteit.
- k.
Hoofdstuk 2 Begroting en verantwoording
Artikel 2 Planning en controlcyclus
Het college informeert jaarlijks voor 1 april de raad over:
- a.
- b.
Artikel 5 Inrichting begroting en jaarstukken
- 1.
-
2.
Bij de uiteenzetting van de financiële positie in de begroting wordt van de nieuwe investeringen per investering het benodigde investeringskrediet weergegeven en wordt van de lopende investeringen het geautoriseerde investeringskrediet en de raming van de uitputting van het investeringskrediet in het lopende boekjaar weergegeven.
- 3.
- 4.
Artikel 6 Autorisatie begroting en investeringskredieten
- 1.
-
2.
Bij de begrotingsbehandeling geeft de raad aan van welke nieuwe investeringen hij op een later tijdstip een apart voorstel voor autorisatie van het investeringskrediet wil ontvangen. De overige nieuwe investeringen worden bij de begrotingsbehandeling met het vaststellen van de financiële positie geautoriseerd voor de 1e jaarschijf.
-
3.
Het college informeert de raad als ze verwacht dat de lasten van een programma de geautoriseerde lasten dreigen te overschrijden, de investeringsuitgaven van een investeringskrediet het geautoriseerde investeringskrediet dreigen te overschrijden of de baten van een programma de geautoriseerde baten dreigen te onderschrijden. De raad geeft aan of hij een voorstel wil voor het wijzigen van de geautoriseerde lasten van het programma, voor het wijzigen van het geautoriseerde investeringskrediet of voor het bijstellen van het beleid.
-
4.
Voor een investering waarvan het investeringskrediet niet met het vaststellen van de begroting is geautoriseerd, legt het college vooraf aan het aangaan van verplichtingen een investeringsvoorstel met een voorstel voor het vaststellen van een investeringskrediet aan de raad voor. Bij deze investeringen informeert het college de raad in het voorstel over het effect van de investering op de schuldpositie van de gemeente.
Artikel 7 Tussentijdse rapportage
- 1.
- 2.
- 3.
- 4.
-
5.
Bij de behandeling van de tussentijdse rapportage in de raad als bedoeld in lid 1, doet het college voorstellen voor het wijzigen van de geautoriseerde baten en lasten, het wijzigen van de geautoriseerde investeringskredieten en het bijstellen van het beleid. In geval van investeringen met een meerjarig karakter doet het college indien nodig ook bij iedere begroting op grond van geactualiseerde ramingen voorstellen voor het wijzigen van de geautoriseerde investeringskredieten.
Het college besluit niet over:
- 1.
-
2.
het aangaan van verplichtingen als de totale waarde van de verplichting groter is dan € 1 miljoen exclusief btw, tenzij de raad ten tijde van het aangaan van de verplichting door het college reeds
het investeringskrediet waarop de verplichting ziet heeft geautoriseerd in overeenstemming met artikel 6 lid 2 van deze verordening mits de raad daarbij niet expliciet heeft verzocht om aanvullend wensen en bedenkingen ter kennis van het college te kunnen brengen voordat het college besluit over het aangaan van verplichtingen voor de realisatie van de betreffende investering;
- 3.
- 4.
Artikel 9 Onderhoud kapitaalgoederen
- 1.
-
2.
Het college geeft in de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen aan of het beleid aan wijziging toe is, al dan niet in de vorm van het opstellen van een herziene nota met betrekking tot het beoogde onderhoudsniveau, kwaliteit van het milieu, normkostensystematiek, meerjaren budgettair beslag of meerjarenonderhoudsplan.
-
3.
Het college biedt tenminste eens in de 5 jaar een (meerjaren) onderhoudsplan openbare ruimte, een rioleringsplan en een onderhoudsplan (gemeentelijke) gebouwen aan. De plannen geven het kader weer voor het beoogde onderhoudsniveau, de planning van het onderhoud en de kosten van het onderhoud. De raad stelt het plannen vast.
In de paragraaf financiering bij de begroting en de jaarstukken neemt het college naast de verplichte onderdelen op grond van artikel 13 van het BBV in ieder geval op:
- a.
- b.
- c.
- d.
Artikel 14 Voorzieningen voor oninbare vorderingen
Voor de vorderingen op verbonden partijen en derden wordt een voorziening wegens oninbaarheid gevormd mede afhankelijk van de ouderdom van de openstaande vordering. Het college stelt hiervoor beleid op.
Artikel 15 Kostprijsberekening
-
1.
Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van rechten en heffingen waarmee kosten in rekening worden gebracht, en van goederen, werken en diensten die worden geleverd aan overheidsbedrijven en derden, wordt een extracomptabel stelsel van kostentoerekening gehanteerd. Bij deze kostentoerekening worden naast de directe kosten, de overheadkosten en de rente van de inzet van vreemd vermogen voor de financiering van de in gebruik zijnde activa betrokken.
-
2.
Bij de directe kosten worden betrokken de bijdragen en onttrekkingen aan voorzieningen voor de noodzakelijke vervanging van de betrokken activa en de afschrijvingskosten van de in gebruik zijnde activa. Voor de rechten en heffingen waarmee kosten in rekening worden gebracht, worden daarbij ook de compensabele belasting over de toegevoegde waarde (btw) en de gederfde inkomsten van het kwijtscheldingsbeleid betrokken.
- 3.
-
4.
Voor de toerekening van de overheadkosten aan de kostprijs van rechten en heffingen waarmee kosten in rekening worden gebracht, en van goederen, werken, diensten die worden geleverd aan overheidsbedrijven en derden, voor zover dat niet activiteiten als bedoeld in het derde, wordt uitgegaan een aandeel in de totale overheadkosten ter grootte van de geraamde directe kosten van de economische categorieën 1.1 Salarissen en sociale lasten en 3.5.1 Ingeleend personeel die worden besteed aan de desbetreffende goederen, werken, diensten en heffingen, gedeeld door de totale geraamde directe kosten van de economische categorieën 1.1 Salarissen en sociale lasten en 3.5.1 Ingeleend personeel.
- 5.
Artikel 16 Prijzen economische activiteiten
-
1.
Voor de levering van goederen, diensten of werken door de gemeente aan overheidsbedrijven en derden waarbij de gemeente in concurrentie met marktpartijen treedt, wordt ten minste de geraamde integrale kostprijs in rekening gebracht. Bij afwijking vanwege een publiek belang doet het college vooraf voor elk van deze activiteiten afzonderlijk een voorstel voor een raadsbesluit, waarin het publiek belang van de levering van de desbetreffende goederen, diensten of werken wordt gemotiveerd.
-
2.
Bij het verstrekken van leningen of garanties door de gemeente aan overheidsbedrijven en derden worden ten minste de geraamde integrale kosten in rekening gebracht. Bij afwijking vanwege een publiek belang doet het college vooraf een voorstel voor een raadsbesluit, waarin het publiek belang van de lening of de garantie wordt gemotiveerd.
-
3.
Bij het verstrekken van kapitaal door de gemeente aan overheidsbedrijven en derden gaat het college uit van een vergoeding van ten minste de geraamde integrale kosten van de verstrekte middelen. Bij afwijking vanwege een publiek belang doet het college vooraf een voorstel voor een raadsbesluit, waarin het publiek belang van de kapitaalverstrekking wordt gemotiveerd.
- 4.
Hoofdstuk 5 Reserves en voorzieningen
-
1.
De volgende categorieën reserves worden onderscheiden:
- 2.
- 3.
- 4.
- 5.
- 6.
- 7.
- 8.
-
9.
-
a.
In de jaarrekening worden de toevoegingen en onttrekkingen aan elk van de bestemmingsreserves verwerkt overeenkomstig het bedrag dat via de begroting(swijzigingen) door de raad is goedgekeurd voor de betreffende bestemmingsreserve. Dit geldt niet voor de egalisatiereserves, de reserve sociale woningbouw, de reserve groenvoorziening en de risicoreserve grondexploitaties.
- b.
- c.
- d.
-
a.
- 1.
- 2.
-
3.
De ratio weerstandsvermogen (verhouding tussen de beschikbare weerstandscapaciteit en de waardering van de geïnventariseerde risico’s) dient minimaal 1,4 te zijn en daarmee ‘ruim voldoende’. Bij een te lage ratio geeft het college aan welke maatregelen er getroffen worden om de algemene reserve weer op peil te krijgen.
- 4.
-
1.
Voorzieningen worden gevormd wegens:
- a.
- b.
- c.
-
d.
indien tarieven worden geheven waarvan de bestemming gebonden is, dat wil zeggen dat saldi niet mogen vrijvallen maar terugvloeien naar de burgers, dan vallen deze middelen als ze niet in het begrotingsjaar worden besteed onder de voorzieningen. Is dit niet het geval dan is er sprake van een bestemmingsreserve.
- 2.
- 3.
Hoofdstuk 6 Investeringen en afschrijvingen
Artikel 23 Actualisering, uitputting en afsluiting van kredieten
- 1.
-
2.
In de begroting wordt bij de uiteenzetting van de financiële positie, onderdeel investeringen, de ontwikkeling van de kapitaallasten over 4 jaar weergegeven. Daarnaast wordt in het meerjaren-investeringsplan een totaaloverzicht gegeven van de investeringen over een periode van 4 jaar.
Hierbij is het jaar van beschikbaarstelling van het krediet bepalend voor opname in enig jaar. Tot slot wordt het overzicht te voteren kredieten weergegeven.
- 3.
- 4.
Artikel 24 Waardering en afschrijving vaste activa
- 1.
- 2.
- 3.
- 4.
- 5.
- 6.
- 7.
-
8.
De maximale afschrijvingstermijn mag niet langer zijn dan de economische gebruiksduur. De volgende termijnen worden gehanteerd:
- a.
-
b.
Afschrijvingsbeleid materiële vaste activa met economisch nut
- c.
Hoofdstuk 7 Financieel beheer en interne controle
Artikel 26 Financiële organisatie
- a.
- b.
- c.
- d.
- e.
- f.
- g.
- h.
opdat aan de eisen van rechtmatigheid, controle en verantwoording wordt voldaan.
Artikel 27 Misbruik en oneigenlijk gebruik
Het college zorgt voor en legt vast de regels voor het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik van gemeentelijke regelingen en eigendommen.
-
1.
Het college zorgt ten behoeve van het getrouwe beeld van de jaarrekening, bedoeld in artikel 213, derde lid, onder a, van de Gemeentewet, en de rechtmatigheid van de baten en lasten en de balansmutaties, bedoeld in artikel 213, derde lid, onder b, van de Gemeentewet, voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het college maatregelen tot herstel.
-
2.
Het college zorgt voor de systematische controle van de registratie en de ontwikkeling van de bezittingen en het financieel vermogen van de gemeente met dien verstande dat de waardepapieren, de voorraden, de uitstaande leningen, de debiteurenvorderingen, de liquiditeiten, de opgenomen leningen, de kortlopende schulden en de vorderingen van crediteuren jaarlijks worden gecontroleerd en registergoederen en bedrijfsmiddelen ten minste eenmaal in de 4 jaar. Bij afwijkingen in de registratie neemt het college maatregelen voor herstel van de tekortkomingen.