Bekendmaking
Reglement van orde voor vergaderingen van de gemeenteraad en de commissies gemeente Oegstgeest 2023
HOOFDSTUK I. ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1 – Begripsomschrijvingen
In dit reglement wordt verstaan onder:
- 1.
- 2.
- 3.
- 4.
- 5.
- 6.
- 7.
- 8.
- 9.
- 10.
- 11.
- 12.
- 13.
- 14.
- 15.
- 16.
- 17.
- 18.
- 19.
Commissielid: vertegenwoordiger van een in de raad vertegenwoordigde groepering die de raadsleden van die groepering ondersteunt bij hun werkzaamheden bijvoorbeeld door deelname aan commissies. Een commissielid is een meerderjarige ingezetene van de gemeente Oegstgeest en wordt door de raad benoemd op voordracht van een fractie. Voorheen werd deze functie aangeduid met de term steunfractielid
- 20.
- 21.
- 22.
- 23.
- 24.
- 25.
HOOFDSTUK II. RAADSVERGADERING
Paragraaf 1 Samenstelling raad
Artikel 8 – Onderzoek geloofsbrieven en beëdiging raadsleden
- 1.
Bij de benoeming van nieuwe raadsleden stelt de raad een commissie bestaande uit drie raadsleden in. De commissie onderzoekt de geloofsbrieven en de daarop betrekking hebbende stukken van nieuw benoemde raadsleden en brengt vervolgens advies uit aan de raad over de toelating van de nieuw benoemde raadsleden. Indien van toepassing wordt van een minderheidsstandpunt melding gemaakt.
- 2.
- 3.
- 4.
Artikel 9 – Benoeming wethouders
- 1.
- 2.
Deze onderzoekt of de benoeming van de kandidaat-wethouder voldoet aan de vereisten van de artikelen 36a, 36b, 41b eerste en 41c, eerste lid, van de wet en vraagt van de kandidaat-wethouder een verklaring omtrent het gedrag als bedoeld in artikel 28 van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens.
- 3.
- 4.
Paragraaf 2 Voorbereiding Raadsvergaderingen
Artikel 11 – Oproep en bekendmaking
- 1.
- 2.
Aan de agenda opgesteld door het presidium kunnen, zo het presidium het nodig oordeelt, als aanvulling onderwerpen worden toegevoegd. Een aanvulling en de desbetreffende stukken worden tenminste tweemaal vierentwintig uur voor het houden van de vergadering digitaal gepubliceerd. De leden van de raad worden expliciet geattendeerd op later toegevoegde of aangepaste stukken.
- 3.
- 4.
- 5.
- 6.
Artikel 12 – Publicatie van stukken
- 1.
- 2.
- 3.
Informatie van de raad of aan de raad verstrekte informatie waaromtrent op grond van artikel 25, eerste of tweede lid van de wet geheimhouding is opgelegd, blijft in afwijking van het eerste en tweede lid onder berusting van de griffier en verleent de griffier raadsleden digitaal toegang tot het besloten deel van het raadsinformatiesysteem. Na inwerkingtreding van de gewijzigde versie van gemeentewet zal worden gerefereerd aan hoofdstuk Va van de wet.
Artikel 17 – Beraadslaging - Het voeren van het woord
- 1.
- 2.
- 3.
De volgorde wordt doorbroken wanneer een raadslid een voorstel van orde wil indienen. De voorzitter van de raad verleent aan dat raadslid het woord en laat het bepaalde in het vorige lid buiten toepassing. De leden kunnen hierop in korte bewoordingen reageren na daartoe van de voorzitter van de raad verlof te hebben gekregen.
- 4.
- 5.
- 6.
Artikel 19 – Spreekrecht burgers
- 1.
Na de opening van de vergadering kunnen aanwezige burgers gezamenlijk gedurende maximaal dertig minuten het woord voeren over uitsluitend geagendeerde onderwerpen, mits het betreffende onderwerp niet geagendeerd is geweest in een openbare vergadering. Uitzondering hierop is een onderwerp dat geagendeerd is geweest in een openbare vergadering, maar dat na die vergadering het besluit ingrijpend is gewijzigd naar het oordeel van het presidium.
- 2.
- 3.
- 4.
- 5.
- 6.
- 7.
Na het sluiten van de beraadslaging en voordat de raad tot stemming overgaat, kunnen raadsleden hun voorgenomen stemgedrag toelichten.
Artikel 21 – Stemming procedure hoofdelijke stemming
- 1.
- 2.
- 3.
Bij hoofdelijke stemming roept de griffier de raadsleden bij naam op hun stem uit te brengen. De voorzitter deelt mede bij welke lid van de raad de hoofdelijke stemming zal beginnen. Daartoe wordt bij loting een volgnummer van de presentielijst aangewezen bij het daar genoemde lid begint de hoofdelijke stemming.
- 4.
- 5.
- 6.
Een raadslid dat zich bij het uitbrengen van zijn stem vergist, kan deze vergissing herstellen tot het volgende raadslid heeft gestemd. Bemerkt het raadslid zijn vergissing pas later, dan kan deze nadat de voorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt aantekening vragen van zijn vergissing. Dit brengt geen verandering in de uitslag van de stemming.
- 7.
Artikel 24 – Herstemming over personen
- 1.
- 2.
Wanneer ook bij deze tweede stemming door niemand de volstrekte meerderheid is verkregen, heeft een derde stemming plaats tussen twee personen, die bij de tweede stemming de meeste stemmen op zich hebben verenigd. Zijn bij de tweede stemming de meeste stemmen over meer dan twee personen verdeeld, dan wordt bij een tussenstemming uitgemaakt tussen welke twee personen de derde stemming zal plaatshebben.
- 3.
Artikel 25 – Staking van stemmen over personen
- 1.
Indien de stemmen staken bij een herstemming of een tussenstemming als bedoeld in artikel 25, beslist terstond het lot. De griffier schrijft daartoe de namen van hen, tussen wie de loting plaatsvindt, op briefjes van dezelfde grootte en kleur, welke hij op dezelfde wijze gevouwen in de daartoe bestemde bus doet, waarna de voorzitter van de raad één van de briefjes daaruit neemt.
- 2.
Paragraaf 5 Besloten raadsvergaderingen
Artikel 29 – Toepassing reglement op besloten vergaderingen
Op besloten raadsvergaderingen is dit reglement van overeenkomstige toepassing voor zover dat niet strijdig is met het besloten karakter van de vergadering.
Artikel 31 – Opheffing geheimhouding
Als de raad op grond van artikel 89, vierde lid, van de wet voornemens is de geheimhouding van aan de raad verstrekte informatie op te heffen, wordt, als het orgaan dat geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, daarover in een besloten raadsvergadering met het desbetreffende orgaan overleg gevoerd.
Paragraaf 6 Bevoegdheden en instrumenten raadsleden
Artikel 34 – Initiatiefvoorstel
- 1.
- 2.
Deze voorstellen worden, nadat het college van burgemeester en wethouders in de gelegenheid is gesteld wensen en bedenkingen te uiten, op de agenda van de eerstvolgende of daaropvolgende commissievergadering geplaatst, tenzij de schriftelijke oproep hiervoor reeds verzonden is. In dat geval wordt het voorstel op de agenda van de daaropvolgende commissievergadering geplaatst, tenzij het een initiatiefvoorstel betreft dat uitsluitend betrekking heeft op de werkzaamheden van de raad.
- 3.
Artikel 35 – Inspraak en Uitspraak
- 1.
Op de agenda van elke raadsvergadering wordt het punt Inspraak en Uitspraak voor raadsleden opgenomen. Hiervoor is per vergadering maximaal 20 minuten beschikbaar. Indien vragen door gebrek aan tijd niet kunnen worden beantwoord, zal de beantwoording binnen een week schriftelijk plaatsvinden. De beantwoording is openbaar. Het raadslid dat vragen wil stellen, meldt dit -onder vermelding van de vraag uiterlijk om 12.00 uur op de dag voor de vergadering bij de griffier.
- 2.
Het agendapunt "Inspraak en Uitspraak" is bedoeld voor het aan het college en/of de burgemeester stellen van vragen met een actueel en urgent karakter welke vragen zich lenen voor directe en korte beantwoording. In dit kader dienen zowel het stellen van een vraag als het geven van het antwoord niet langer dan één minuut elk te duren.
Artikel 38 – Schriftelijke vragen
- 1.
Schriftelijke vragen worden kort en duidelijk geformuleerd in het door de griffier geleverde format. De vragen kunnen van een toelichting worden voorzien. Bij de vragen wordt aangegeven of schriftelijke of mondelinge beantwoording wordt verlangd. Indien sprake is van vragen waarvan moet worden aangenomen dat ofwel de vragen ofwel de beantwoording ervan vertrouwelijke informatie bevat zal openbaarmaking achterwege blijven.
- 2.
- 3.
- 4.
- 5.
Indien beantwoording niet binnen deze termijnen kan plaatsvinden, stelt het college de raad hiervan, via de griffier, gemotiveerd in kennis, waarbij de termijn aangegeven wordt waarbinnen beantwoording zal plaatsvinden. Het bericht van het college wordt behandeld als een antwoord van uitstel. Vervolgens gaat een termijn van beantwoording in van maximaal 21 dagen.
- 6.
- 7.
De vragensteller kan, bij schriftelijke beantwoording in de eerstvolgende raadsvergadering of commissievergadering en bij mondelinge beantwoording in dezelfde raadsvergadering of commissievergadering, bij de behandeling van de op de agenda voorkomende onderwerpen nadere inlichtingen vragen omtrent het door de burgemeester of door college gegeven antwoord, tenzij de commissie of raad anders beslist.
- 1.
- 2.
- 3.
Schriftelijke beantwoording vindt zo spoedig mogelijk plaats, in ieder geval binnen 21 dagen nadat de vragen zijn binnengekomen. Mondelinge beantwoording vindt plaats in de eerstvolgende raadsvergadering. Indien beantwoording niet binnen deze termijnen kan plaatsvinden, stelt het college de raad hiervan, via de griffier, gemotiveerd in kennis, waarbij de termijn aangegeven wordt waarbinnen beantwoording zal plaatsvinden. Dat bericht wordt behandeld als een antwoord van uitstel. Vervolgens gaat een termijn van beantwoording in van maximaal 21 dagen.
- 4.
- 5.
Paragraaf 7 Lidmaatschap van een Gemeenschappelijke Regeling
Artikel 42 – Lidmaatschap van een Gemeenschappelijke Regeling
- 1.
Een lid van de raad, een wethouder of de burgemeester, die door de raad is aangewezen tot lid van het algemeen bestuur of dagelijks bestuur van een openbaar lichaam of van een ander gemeenschappelijk orgaan, ingesteld op grond van de wet gemeenschappelijke regelingen, doet schriftelijk verslag over zaken die in het algemeen of dagelijks bestuur als bedoeld aan de orde zijn. Het verslag wordt zo spoedig mogelijk gestuurd aan de griffier. Het presidium agendeert de verslagen in de eerstvolgende commissie- dan wel raadsvergadering. Nadere bespreking van dit verslag kan de voorzitter van de raad verwijzen naar de oordeelsvormende commissie.
- 2.
- 3.
- 4.
HOOFDSTUK III. VERGADERING BEELDVORMENDE EN OORDEELSVORMENDE COMMISSIES
Paragraaf 1 Taken en samenstelling
De voorzitter van beeldvormende en oordeelsvormende commissies is, naast hetgeen hem in deze verordening of op grond van de wet is opgedragen, belast met
- 1.
- 2.
- 3.
- 4.
- 5.
- 1.
- 2.
- 3.
Iedere fractie in de raad heeft het recht maximaal drie commissieleden te benoemen. Kandidaat-commissieleden dienen te voldoen aan de eisen van het lidmaatschap van de raad. De artikelen 15 en 28 van de wet zijn op commissieleden van overeenkomstige toepassing. Het door de raad benoemde commissielid, ontvangt een vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van de commissies conform het bepaalde in de Verordening geldelijke voorzieningen raads- en commissieleden.
- 4.
Alvorens hun functie te kunnen uitoefenen, leggen de commissieleden in handen van de voorzitter de volgende eed (verklaring en belofte) af: “Ik zweer (verklaar) dat ik, om tot commissielid benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd. Ik zweer (verklaar en beloof) dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen. Ik zweer (beloof) dat ik getrouw zal zijn aan de wet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als commissielid naar eer en geweten zal vervullen. Zo waarlijk helpe mij God Almachtig!” (Dat verklaar en beloof ik!)“
- 5.
- 6.
- 7.
- 8.
- 9.
- 1.
- 2.
Aan de agenda opgesteld door het presidium kunnen, zo het presidium het nodig oordeelt, als aanvulling onderwerpen worden toegevoegd. Een aanvulling en de desbetreffende stukken worden tenminste tweemaal vierentwintig uur voor het houden van de vergadering digitaal gepubliceerd. De leden van de raad en commissies worden expliciet geattendeerd op later toegevoegde of aangepaste stukken.
- 3.
- 4.
- 5.
- 6.
Artikel 49 – Het voeren van het woord
- 1.
- 2.
- 3.
De volgorde wordt verbroken wanneer een raadslid of commissielid een voorstel van orde wil indienen. De voorzitter verleent aan dat raadslid of commissielid het woord en laat het bepaalde in het vorige lid buiten toepassing. De leden kunnen hierop in korte bewoordingen reageren na daartoe van de voorzitter verlof te hebben gekregen.
- 4.
- 1.
- 2.
- 3.
Insprekers kunnen maximaal vijf minuten het woord voeren. Zij maken zich bekend bij de griffie uiterlijk om 12.00 uur op de dag voor de commissievergadering. De inspreker vermeldt daarbij zijn naam, adres, telefoonnummer en het onderwerp of de onderwerpen waarover de inspreker het woord wil voeren. Als de aanwezigheid van insprekers mogelijk leidt tot tijdsoverschrijding zoals omschreven in artikel 6 lid 4 kan de voorzitter de inspreektijd limiteren.
- 4.
- 5.
- 6.
HOOFDSTUK IV. BESLOTEN VERGADERINGEN VAN COMMISSIES
Artikel 54 – Opheffen geheimhouding
- 1.
Als de raad op grond van artikel 89, vierde lid, van de wet voornemens is de geheimhouding van aan de raad verstrekte informatie op te heffen, wordt, als het orgaan dat geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, daarover in een besloten raadsvergadering met het desbetreffende orgaan overleg gevoerd.
In gevallen waarin dit reglement niet voorziet of bij twijfel omtrent de toepassing van het reglement, beslist de raad op voorstel van de voorzitter.