Bekendmaking
Uitvoeringsprogramma vergunningen, toezicht en handhaving Omgevingswet 2025
Op 6 februari 2024 heeft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oegstgeest de Uitvoerings- en handhavingsstrategie 2024-2027 vastgesteld. In de Uitvoerings- en handhavingsstrategie zijn de algemene kaders geschetst waarbinnen uitvoering moet worden gegeven aan de taken van vergunningverlening, toezicht en handhaving (hierna: VTH-taken) onder het regime van de Omgevingswet. Hierin wordt ook uiteengezet wat de strategieën, prioriteiten en beleidsdoelen zijn voor de komende meerjarige beleidsperiode.
In dit Uitvoeringsprogramma vergunningen, toezicht en handhaving Omgevingswet 2025 (hierna: uitvoeringsprogramma 2025) wordt specifiek uiteengezet hoe uitvoering wordt gegeven aan de uitvoerings- en handhavingsstrategie in het jaar 2025 en wat de daarvoor benodigde en beschikbare financiële en personele middelen zijn.
Zowel dit uitvoeringsprogramma als de uitvoerings- en handhavingsstrategie zijn geschreven ten behoeve van de VTH-taken die vallen onder het regime van de Omgevingswet. Uitgevoerde werkzaamheden die buiten het regime van de Omgevingswet vallen (bijvoorbeeld APV en bijzondere wetten), zijn geen onderdeel van dit uitvoeringsprogramma.
1.2 Doel van het uitvoeringsprogramma
Het vaststellen van een jaarlijks uitvoeringsprogramma is een wettelijke verplichting op basis van de Omgevingswet en artikel 13.8 van het Omgevingsbesluit.
Met het opstellen van uitvoeringsprogramma’s streeft de gemeente na de beleidsdoelen, die in de uitvoerings- en handhavingsstrategie zijn gesteld, te operationaliseren. Dit vergroot de kans dat de beleidsdoelen daadwerkelijk worden gerealiseerd. Daarnaast wordt in dit uitvoeringsprogramma bekeken of de benodigde en beschikbare financiële en personele middelen afdoende zijn om de beleidsdoelen te behalen.
In hoofdstuk 2 wordt kort inzicht gegeven in de ontwikkelingen die zich recent hebben afgespeeld of zich in het aankomende jaar afspelen op het gebied van VTH. In hoofdstuk 3 wordt beschreven welke activiteiten worden uitgevoerd ten behoeve van het behalen van de beleidsdoelen uit de uitvoerings- en handhavingsstrategie. In hoofdstuk 4 wordt inzicht gegeven in de uitvoering van de VTH taken en zal inzicht worden gegeven in de benodigde capaciteit. In hoofdstuk 5 wordt ten slotte uiteengezet hoe de uitvoering van dit uitvoeringsprogramma geborgd is in de organisatie.
Op 1 januari 2024 zijn zowel de Omgevingswet als de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (hierna: Wkb) in werking getreden. De inwerkingtreding van deze wetten heeft grote gevolgen (gehad) voor de werkzaamheden binnen het VTH-gebied. Naast de ontwikkelingen op gebied van wet- en regelgeving, zijn ook andere (maatschappelijke) ontwikkelingen van invloed binnen het VTH-gebied in deze beleidsperiode. Hieronder wordt op de ontwikkelingen ingegaan.
De Omgevingswet heeft gezorgd voor een grootschalige transitie van het omgevingsrecht. Met de Omgevingswet heeft de overheid de regels voor ruimtelijke ontwikkelingen vereenvoudigd en samengevoegd. Dit heeft tot doel om meer samenhang in het beleid te creëren. De wijzigingen in wet- en regelgeving vereisen een hele nieuwe manier van werken van overheden en dus ook van de gemeente Oegstgeest.
De gemeente heeft de afgelopen jaren flink ingezet op het implementeren van de Omgevingswet in de organisatie. Mede dankzij deze voorbereiding was de gemeente voorbereid op de inwerkingtreding van deze wet op 1 januari 2024. Dit betekent echter niet dat na 1 januari 2024 geen werkzaamheden meer verricht zijn voor de (verdere) uitwerking van de Omgevingswet. De invoering van de Omgevingswet brengt namelijk ook langjarig extra werk met zich mee. Deze werkzaamheden vereisen ook van de VTH-organisatie nog de nodige inzet.
2.2 Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb)
De Wkb strekt tot verbetering van de bouwkwaliteit door de introductie van een (private) kwaliteitsborger die toeziet op naleving van de bouwregelgeving. Om dit doel te kunnen behalen, zal een initiatiefnemer voor sommige vergunningplichtige bouwwerken een onafhankelijke kwaliteitsborger moeten ingeschakelen, die verklaart of een bouwwerk al dan niet voldoet aan de bouwregels uit het Besluit bouwwerken leefomgeving. Het bevoegd gezag heeft bij de toetsing van de aanvraag geen inhoudelijke rol meer met betrekking tot de bouwtechnische voorschriften en houdt hier ook geen toezicht meer op. Dit nieuwe stelsel vraagt om een nieuwe werkwijze van de gemeenten.
De gemeente heeft de afgelopen jaren flink ingezet op het implementeren van de Wkb in de organisatie. Mede dankzij deze voorbereiding was de gemeente zo goed als mogelijk klaar voor de inwerkingtreding van deze wet op 1 januari 2024. Dit betekent echter niet dat na 1 januari 2024 geen werkzaamheden meer verricht hoeven worden voor de (verdere) uitwerking van de Wkb. Deze werkzaamheden vereisen ook de beleidsperiode van de VTH-organisatie nog de nodige inzet.
2.3 Maatschappelijke ontwikkelingen
Wij krijgen als gemeente te maken met een reeks ingrijpende maatschappelijke ontwikkelingen. Dat zijn bijvoorbeeld: de individualisering en de mondigheid van burgers, klimaatverandering en klimaatadaptatie, de stikstofproblematiek en de woningbouwopgave. Hierdoor worden de VTH-werkzaamheden complexer en daarmee wellicht ook belangrijker. Door deze ontwikkelingen staat de gemeente voor allerlei organisatorische en financiële vraagstukken. Dit heeft invloed op de manier van (samen)werken op het gebied van VTH. Wij zijn ons hiervan bewust en proberen hier in dit uitvoeringsprogramma op in te spelen.
2.4 Evaluatierapportage uitvoeringsprogramma 2024
Op grond van artikel 13.11 van het Omgevingsbesluit is het college verplicht jaarlijks te rapporteren over de mate waarin uitvoering van het uitvoeringsprogramma heeft plaatsgevonden en de mate waarin deze uitvoering heeft bijgedragen aan het bereiken van de doelen uit de uitvoerings- en handhavingsstrategie.
Voorafgaand aan de vaststelling van dit uitvoeringsprogramma heeft een evaluatie van het Uitvoeringsprogramma 2024 plaatsgevonden. Uit deze evaluatie zijn de volgende verbeterpunten gekomen die zijn meegenomen bij het opstellen van dit uitvoeringsprogramma:
- •
Ondanks de (tijdige) vaststelling van het projectplan ‘Handhaving bouwwerken voorerf’, bestaat het risico dat de uitvoering van het projectplan wegens capaciteitsproblemen niet adequaat is. Om die reden is de aanbeveling om voor de volgende beleidsperiode op te nemen dat projectmatige handhaving een plaats moet krijgen binnen de reguliere werkzaamheden en bestaande werkprocessen;
- •
- •
Met de getroffen voorbereiding inzake de Omgevingswet en de Wkb is de (proces)kwaliteit van de VTH-taken goed afgestemd op de vraag van morgen en wordt continu gestreefd naar verbetering van de processen. Gelet op de grote opgaven die de Omgevingswet en de Wkb met zich meebrengen blijft het belangrijk om hier aandacht aan te besteden;
- •
- •
3. Beleidsdoelen en activiteiten
In onderstaand overzicht wordt inzicht gegeven in de beleidsdoelen en bijbehorende activiteiten (uit de uitvoerings- en handhavingsstrategie) waar de VTH-organisatie van de gemeente Oegstgeest in 2025 op zal inzetten.
In dit hoofdstuk wordt eerst in kaart gebracht wat de verwachte werkvoorraad (voor primaire en overige taken) is in 2025. Vervolgens wordt beoordeeld hoeveel uren moeten worden ingezet om deze taken in 2025 uit te voeren.
4.2 Verwachte werkvoorraad primaire taken
In de uitvoerings- en handhavingsstrategie is een opsplitsing gemaakt in verschillende categorieën activiteiten die worden uitgevoerd door VTH. Om de verwachte werkvoorraad vast te stellen voor 2025 is allereerst per categorie een inschatting gemaakt hoeveel vergunningaanvragen of vooroverleggen worden ingediend en hoeveel overtredingen/handhavingszaken verwacht worden. Deze schatting wordt in onderstaande tabel weergegeven. In deze tabel staan ook de prioriteiten per categorie weergegeven, zoals vastgesteld in de uitvoerings- en handhavingsstrategie.
Aantal verwachte overtredingen 2025 1 |
||||
|
||||
|
||||
|
||||
|
||||
|
||||
|
||||
|
||||
|
||||
|
||||
*Taken door ODWH uitgevoerd (zijn opgenomen in hun eigen uitvoeringsprogramma)
4.3 Benodigde uren primaire taken
Om te kunnen beoordelen wat het totaal aantal benodigde uren is voor alle omgevingsvergunning en handhavingszaken in 2025, is voor de VTH-taken ten eerste gekeken hoeveel uren benodigd zijn voor volledige (100%) toetsing en afhandeling van één dossier. Het gaat hierbij om alle werkzaamheden die dienen te worden uitgevoerd met betrekking tot omgevingsvergunningaanvragen en handhavingsprocedures. Bij deze taken horen ook administratieve, inhoudelijke en juridische taken ten behoeve van kwaliteitszorg.
Vervolgens is de prioritering uit de Uitvoerings- en handhavingsstrategie 2024-2027 gebruikt om te bepalen hoeveel diepgang dient te worden gegeven aan de VTH-taken. Hierbij geldt dat hoe hoger de prioriteit, hoe hoger het toetsniveau en hoe meer uren worden besteed aan het dossier. Het vaststellen van de diepgang van toetsing is noodzakelijk omdat immers nooit voldoende capaciteit zal zijn om alle taken uitputtend en volledig uit te voeren. Er dienen kort gezegd keuzes gemaakt te worden. Het gevolg van de vastgestelde prioritering voor het toetsniveau wordt in onderstaand schema weergeven.
Als het toetsniveau gecombineerd wordt met de te verwachte werkvoorraad leidt dit tot de urenbesteding voor de primaire taken zoals deze in onderstaand schema wordt weergegeven. Voor toezicht en handhaving geldt nog dat onder de primaire taken, naast de taken die voortvloeien uit verleende omgevingsvergunningen, ook taken vallen die voortkomen uit meldingen en handhavingsverzoeken van inwoners.
Benodigde FTE 2 |
4.4 Verwachte werkvoorraad voor overige werkzaamheden
Naast de primaire taken, voeren de afdelingen vergunningen, toezicht en handhaving ook overige werkzaamheden uit. In bijlage 1 wordt uiteengezet wat deze werkzaamheden zijn en hoeveel uren hier per onderdeel aan besteed worden. Hierbij is wederom onderscheid gemaakt tussen administratieve, inhoudelijk en juridische uren.
In dit hoofdstuk wordt uiteengezet hoe de uitvoering, zoals in het vorige hoofdstuk beschreven, gerealiseerd wordt en gebord is.
In het vorige hoofdstuk is de benodigde personeelsformatie weergegeven. Onderstaand overzicht geeft inzicht in de beschikbare personeelsformatie.
Voor vergunningverlening geldt dat formatie is voor 5 FTE. Op dit moment is echter slechts 4 FTE van de formatie ingevuld. Dit is afdoende om de primaire en overige werkzaamheden uit te voeren. Hetzelfde geldt voor toezicht. Voor toezicht is formatie voor 2 FTE, maar op dit moment slechts voor 1,5 FTE ingevuld. Ook dit is afdoende om de primaire en overige werkzaamheden uit te voeren.
Voor vergunningverlening geldt dat ruimte is om collega’s van RO in te zetten bij grote drukte en voor zowel vergunningverlening als toezicht geldt dat ruimte is om externen in te huren of extra FTE aan te trekken.
Om de kwaliteit en uniformiteit van de VTH-taken te borgen en te garanderen dat de vastgestelde prioritering (en daarmee samenhangende diepgang van toetsing) worden opgevolgd zijn voor de afdelingen vergunningverlening, toezicht en handhaving verschillende werkwijzen vastgelegd. De werkwijze is voor vergunningverlening vastgelegd in het ‘Handboek vergunningen’ en voor toezicht en handhaving in de ‘Werkinstructie toezicht’. Bij aanvang van het dienstverband van nieuwe medewerkers van VTH, worden deze documenten verstrekt.
De volgende werkwijzen zijn voor vergunningverlening vastgelegd:
- •
- •
- •
- •
- •
- •
De volgende werkwijzen zijn voor toezicht en handhaving vastgelegd:
- •
- •
- •
- •
- •
- •
Periodiek wordt met steekproeven gecontroleerd of conform procesbeschrijvingen gewerkt wordt middels een dossieranalyse.
Aldus besloten in de vergadering van 10 december 2024.
Het College van Burgemeester en wethouders van de gemeente Oegstgeest,
De secretaris, J. Versluis
De burgemeester, E. Jaensch